ECLI:NL:RBUTR:2010:BM5987

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
27 mei 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
16/711450-09
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing van voorlopige hechtenis in mensenhandelzaak

Op 27 mei 2010 heeft de Rechtbank Utrecht uitspraak gedaan in een zaak betreffende de schorsing van de voorlopige hechtenis van een verdachte die wordt beschuldigd van mensenhandel. De rechtbank heeft de zaak behandeld in een meervoudige raadkamer, waarbij de officier van justitie, de verdachte en zijn raadsman aanwezig waren. De rechtbank heeft geconstateerd dat de verdenking en bezwaren die hebben geleid tot het bevel tot gevangenhouding nog steeds bestaan, maar dat de belangen van de verdachte en de maatschappij in overweging zijn genomen. De verdachte heeft zich bereid verklaard om zich aan bepaalde voorwaarden te houden, wat heeft geleid tot de beslissing om de voorlopige hechtenis te schorsen.

De rechtbank heeft de voorlopige hechtenis van de verdachte geschorst met ingang van 28 mei 2010 tot 14 oktober 2010, onder strikte voorwaarden. Deze voorwaarden omvatten onder andere dat de verdachte zich niet zal onttrekken aan de tenuitvoerlegging van de voorlopige hechtenis, dat hij zich zal melden bij de rechter-commissaris en dat hij geen contact zal hebben met de aangeefsters van de ten laste gelegde feiten. Daarnaast is de verdachte verplicht om zijn paspoort in te leveren en zich te houden aan de voorwaarden van de reclassering. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de schorsing van de voorlopige hechtenis mogelijk is, gezien de omstandigheden van de zaak en de bereidheid van de verdachte om zich aan de voorwaarden te houden.

Uitspraak

RECHTBANK TE UTRECHT
schorsing voorlopige hechtenis
Parketnummer: 16/711450-09
De rechtbank te Utrecht, meervoudige raadkamer;
gelet op het bevel tot gevangenhouding van 29 oktober 2009,
gelet op de behandeling van de zaak ter terechtzitting van de meervoudige kamer voor strafzaken in bovengenoemde rechtbank op 27 mei 2010,
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1969] te [geboorteplaats],
thans verblijvende in de P.I. Utrecht, huis van bewaring locatie Nieuwegein te Nieuwegein;
gezien het verzoek strekkende tot schorsing van de voorlopige hechtenis
gehoord de officier van justitie, de verdachte en de raadsman;
OVERWEEGT als volgt:
Na onderzoek is gebleken dat de verdenking en bezwaren, die tot het bevel tot gevangenhouding van voornoemde verdachte hebben geleid, ook thans nog bestaan en dat ook thans nog grond/gronden aanwezig is/zijn voor toepassing van de voorlopige hechtenis.
Afweging van de belangen van verdachte en de maatschappij leidt tot de slotsom dat de voorlopige hechtenis kan worden geschorst.
Het openbaar ministerie verwijt de verdachte, kort gezegd, “mensenhandel”.
Anders dan in sommige mensenhandelzaken, bevat de nadere omschrijving in de tenlastelegging nauwelijks gewelddadige handelingen, maar geeft die het uitoefenen van (psychische) druk en de omstandigheden weer.
Het belang van de maatschappij dat met de voorlopige hechtenis gediend is, in het bijzonder het voorkomen van herhaling, kan in deze zaken ook door (naleving van) de schorsingsvoorwaarden bereikt worden.
De verdachte heeft zich bereid verklaard tot nakoming van de hieronder vermelde voorwaarden.
BESCHIKKENDE:
Schorst de voorlopige hechtenis van verdachte met ingang van 28 mei 2010 te 10.00 uur tot
14 oktober 2010 te 9.00 uur, onder de navolgende voorwaarden:
a. dat de verdachte, indien de opheffing der schorsing mocht worden bevolen, zich aan de tenuitvoerlegging van het bevel tot voorlopige hechtenis niet zal onttrekken;
b. dat de verdachte, ingeval hij wegens de feiten waarvoor de voorlopige hechtenis is bevolen, tot andere dan vervangende vrijheidsstraf mocht worden veroordeeld, zich aan de tenuitvoerlegging daarvan niet zal onttrekken;
c. dat de verdachte zal verschijnen op iedere oproeping hem gedaan door of namens de rechter-commissaris en/of de officier van justitie of enige andere justitiële instantie;
d. dat de verdachte zich niet aan een strafbaar feit zal schuldig maken;
e. dat de verdachte op geen enkele wijze contact zal hebben met de aangeefsters van de ten laste gelegde feiten onder de parketnummer 16/711450-09 en 600429-10, met uitzondering van mevrouw [naam];
f. dat de verdachte zich op geen enkele wijze zal bezighouden met prostitutiewerkzaamheden en escort-services in de ruimste zin van het woord;
g. dat de verdachte zijn paspoort zal inleveren bij de politie/justitie of daar zal laten;
h. dat de verdachte tijdens zijn schorsing zich zal melden bij Reclassering Nederland en zal meewerken aan het opmaken van een reclasseringsrapportage ten behoeve van het onderzoek ter terechtzitting van 14 oktober 2010.
Aldus gedaan te Utrecht op 27 mei 2010 door mrs. M.J. Grapperhaus, voorzitter, I. Bruna en D.A.C. Koster, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A. van Beek als griffier.