ECLI:NL:RBUTR:2010:BM1840
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Toelaatbaarheid van de tenuitvoerlegging van een Spaans vonnis voor de invoer van softdrugs
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 15 januari 2010 uitspraak gedaan over de toelaatbaarheid van de tenuitvoerlegging van een Spaans vonnis. De veroordeelde, geboren in Marokko in 1960 en thans gedetineerd in Nederland, was eerder door de rechtbank te Ceuta (Spanje) veroordeeld tot een gevangenisstraf van 3 jaren en 6 maanden voor het aanwezig hebben van een grote hoeveelheid softdrugs met het oogmerk deze in Spanje in te voeren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde sinds 8 april 2008 in detentie is en dat de Spaanse veroordeling onherroepelijk is. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie, die om verlof tot tenuitvoerlegging vroeg, in behandeling genomen.
De rechtbank heeft de identiteit van de veroordeelde onderzocht en vastgesteld dat er geen beletselen zijn voor de ontvankelijkheid van de officier van justitie. De rechtbank heeft de ernst van het delict, de omstandigheden waaronder het is gepleegd en de eerdere veroordelingen van de veroordeelde in overweging genomen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de invoer van bijna 31 kilo softdrugs een ernstige inbreuk op de rechtsorde vormt, zowel in Nederland als in Spanje.
De rechtbank heeft de tenuitvoerlegging van de Spaanse straf toelaatbaar verklaard en een gevangenisstraf van 28 maanden opgelegd, rekening houdend met de tijd die de veroordeelde al in Spanje heeft doorgebracht. De rechtbank heeft de toepasselijke wets- en verdragsbepalingen in acht genomen en vastgesteld dat aan alle vereisten voor de overdracht van de tenuitvoerlegging is voldaan. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer voor strafzaken en is openbaar uitgesproken.