ECLI:NL:RBUTR:2010:BL0149

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
20 januari 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
270933 / HA ZA 09-1697
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot erkenning van erfdienstbaarheid door verjaring tussen Uitvaartcentrum Zuid B.V. en Gemeente de Ronde Venen

In deze zaak vorderde Uitvaartcentrum Zuid B.V. c.s. erkenning van een erfdienstbaarheid op basis van verjaring tegen de Gemeente de Ronde Venen. De procedure begon met een tussenvonnis op 9 september 2009, gevolgd door een akte van overlegging op 15 oktober 2009 en een comparitie op 9 december 2009. De eisers, bewoners van percelen in de G. van Stoutenborchstraat en de Borsaliastraat, stelden dat er een mondelinge overeenkomst was met de Gemeente over het onderhoud van een haagbeuk, die al minimaal 20 jaar bestond. De Gemeente had in december 2008 snoeiwerkzaamheden uitgevoerd, wat leidde tot het geschil. De rechtbank oordeelde dat voor het ontstaan van een erfdienstbaarheid door verjaring, er sprake moet zijn van bezit van de erfdienstbaarheid gedurende de relevante periode. De rechtbank concludeerde dat de eisers niet konden aantonen dat er sprake was van bezit van de erfdienstbaarheid, en verwierp de vordering. De rechtbank wees de vorderingen af en veroordeelde de eisers in de proceskosten, die aan de zijde van de Gemeente tot EUR 1.166,00 werden begroot. Dit vonnis werd uitgesproken op 20 januari 2010.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK UTRECHT
Sector handels- en familierecht
zaaknummer / rolnummer: 270933 / HA ZA 09-1697
Vonnis van 20 januari 2010
in de zaak van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
UITVAARTCENTRUM ZUID B.V.,
gevestigd te Mijdrecht,
2. [eiseres sub 2],
wonende te [woonplaats],
3. [eiseres sub 3],
wonende te [woonplaats],
4. [eiser sub 4],
wonende te [woonplaats],
5. [eiser sub 5],
wonende te [woonplaats],
6. [eiser sub 6],
wonende te [woonplaats],
7. [eiseres sub 7],
wonende te [woonplaats],
8. [eiser sub 8],
wonende te [woonplaats],
9. [eiseres sub 9],
wonende te [woonplaats],
10. [eiser sub 10],
wonende te [woonplaats],
11. [eiser sub 11],
wonende te [woonplaats],
12. [eiser sub 12],
wonende te [woonplaats],
13. [eiser sub 13],
wonende te [woonplaats],
eisers,
advocaat mr. R.C.V. Mans,
tegen
de publiekrechtelijke rechtspersoon
DE GEMEENTE DE RONDE VENEN,
zetelend te Mijdrecht,
gedaagde,
advocaat mr. W.H. Karreman.
Partijen zullen hierna Uitvaartcentrum Zuid B.V. c.s. en de Gemeente de Ronde Venen genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 9 september 2009
- akte overlegging productie van 15 oktober 2009
- het proces-verbaal van comparitie van 9 december 2009
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Uitvaartcentrum Zuid B.V. c.s. zijn de bewoners van percelen van de G. van Stoutenborchstraat en de Borsaliastraat in de Gemeente de Ronde Venen.
2.2 Tussen de percelen van de G. van Stoutenborchstraat, de Borsaliastraat en de Gemeente de Ronde Venen staat een bomenrij (hierna: “haagbeuk”). Deze haagbeuk staat er al minimaal 20 jaar.
2.3 Op 18 december 2008 heeft de Gemeente de Ronde Venen snoeiwerkzaamheden verricht om de haagbeuk tot een hoogte van 2,50 meter terug te brengen. Uitvaartcentrum Zuid B.V. c.s. heeft zich verzet tegen het terugsnoeien van de beukenhaag tot een hoogte beneden de 5.00 meter.
3. Het geschil
3.1. Uitvaartcentrum Zuid B.V. c.s. vordert, na vermindering van eis, samengevat – te verklaren voor recht dat door verjaring een erfdienstbaarheid is ontstaan, waarop de Gemeente de Ronde Venen noch haar rechtsopvolger inbreuk mag maken, alsmede tot veroordeling van de Gemeente de Ronde Venen in de kosten van het geding, vermeerderd met rente en kosten.
3.2. De Gemeente de Ronde Venen voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. In geschil is of door verjaring een recht op erfdienstbaarheid is ontstaan ten gevolge waarvan de Gemeente de Ronde Venen zich moet onthouden van het terugsnoeien van de beukenhaag tot een hoogte lager dan 5.00 meter.
4.2. De rechtbank stelt voorop dat voor het ontstaan van een erfdienstbaarheid door verkrijgende (artikel 3:99 van het Burgerlijk Wetboek (BW)) of bevrijdende verjaring (artikel 3:105 jo. 3:306 van het BW) onder meer is vereist dat gedurende de voor verjaring van belang zijnde periode sprake is van bezit van de erfdienstbaarheid.
4.3. Ter onderbouwing van haar stelling dat door verjaring een erfdienstbaarheid is ontstaan, stelt Uitvaartcentrum Zuid B.V. c.s. dat in 1981 of 1982 tussen de Gemeente de Ronde Venen en Uitvaartcentrum Zuid B.V. c.s. mondeling is overeengekomen dat de beukenhaag niet tot een hoogte lager dan 5.00 meter zal worden teruggesnoeid en dat deze afspraak gedurende 27 jaar is nagekomen. De rechtbank overweegt dat uit de voormelde stellingen van Uitvaartcentrum Zuid B.V. c.s. niet kan worden afgeleid dat in de voor verjaring relevante periode sprake was van het bezit van de gestelde erfdienstbaarheid. In dat verband is van belang dat de bedoelde afspraak en het nakomen van die afspraak niet blijkt dat sprake is van een bezit van een erfdienstbaarheid. Het vereiste bezit kan ook niet worden afgeleid uit de overige stellingen van partijen. Hierdoor kan niet worden vastgesteld dat de gestelde erfdienstbaarheid door verjaring is ontstaan.
4.4. Gelet op het voormelde zal de rechtbank daarom de vordering van Uitvaartcentrum Zuid B.V. c.s. afwijzen.
4.5. Uitvaartcentrum Zuid B.V. c.s. zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van de Gemeente de Ronde Venen worden begroot op:
- vast recht 262,00
- salaris advocaat 904,00 (2 punten × tarief EUR 452,00)
Totaal EUR 1.166,00
5. De beslissing
De rechtbank
5.1. wijst de vorderingen af,
5.2. veroordeelt Uitvaartcentrum Zuid B.V. c.s. in de proceskosten, aan de zijde van de Gemeente de Ronde Venen tot op heden begroot op EUR 1.166, 00,
5.3. verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.A.C. de Vaan en in het openbaar uitgesproken op 20 januari 2010.?
LV