ECLI:NL:RBUTR:2010:4599

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
17 november 2010
Publicatiedatum
30 april 2013
Zaaknummer
284686 - HA ZA 10-814
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenbeschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenvonnis inzake trekhaken en auteursrechtelijke inbreuk

In deze zaak, die voor de Rechtbank Utrecht is behandeld, gaat het om een tussenvonnis in een civiele procedure tussen ACS Systems B.V. en Terwa B.V. De eiseres, ACS Systems B.V., heeft een vordering ingesteld tegen de gedaagde, Terwa B.V., met betrekking tot de mogelijke inbreuk op auteursrechten en slaafse nabootsing van trekhaken. De rechtbank heeft op 17 november 2010 een tussenvonnis gewezen waarin zij heeft besloten een comparitie van partijen te bevelen. Dit is bedoeld om inlichtingen over de zaak te verkrijgen en te onderzoeken of partijen het op bepaalde punten met elkaar eens kunnen worden. De rechtbank heeft partijen verzocht om uiterlijk twee weken voor de zittingsdatum relevante bescheiden aan de rechtbank en de wederpartij toe te zenden. Tevens is de gedaagde bevolen om aan de rechtbank en de wederpartij schriftelijk mededeling te doen van de bewijsmiddelen en getuigen die zij kan aanvoeren ter ondersteuning van haar verweer. De rechtbank heeft benadrukt dat het niet verschijnen van een partij ter comparitie gevolgen kan hebben voor de uitkomst van de zaak. De comparitie is gepland op 14 maart 2011, waarbij partijen vertegenwoordigd moeten zijn door iemand die van de zaak op de hoogte is. De rechtbank houdt verdere beslissingen aan tot na de comparitie.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK UTRECHT
Sector handels- en familierecht
zaaknummer / rolnummer: 284686 / HA ZA 10-814
Vonnis van 17 november 2010
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ACS SYSTEMS B.V.,
gevestigd te Oosterhout,
eiseres,
advocaat: mr. M.C. Franken-Schoemaker,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TERWA B.V.,
gevestigd te Benschop (gemeente Lopik) en kantoorhoudende te IJsselstein,
gedaagde,
advocaat: mr. J.M. van Noort.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de conclusie van antwoord.
1.2. Vervolgens heeft de rolrechter de zaak aangehouden om te beslissen of een comparitie zal worden gelast.
2. De overwegingen
2.1. De rechtbank zal een comparitie bevelen om inlichtingen over de zaak te vragen en om te onderzoeken of partijen het op een of meer punten met elkaar eens kunnen worden.
2.2. Elk van partijen wordt verzocht uiterlijk twee weken voor de zittingsdatum aan de rechter (t.a.v. Zittingsplanning Handel, kamer B1-35 van het gebouw van de rechtbank aan het Vrouwe Justitiaplein 1 te Utrecht) en aan de wederpartij toe te zenden (kopieën van) de bescheiden (voor zover nog niet in het geding gebracht) waarop zij ter comparitie een beroep wenst te doen.
2.3. Omdat gedaagde niet heeft voldaan aan de bewijsaandraagplicht van artikel 128, vijfde lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, wordt haar bevolen om uiterlijk twee weken voor de aanvang van de comparitie aan de rechtbank en de wederpartij schriftelijk mededeling te doen van de bewijsmiddelen waarover zij kan beschikken ter staving van de gronden van het gevoerde verweer, en van de getuigen die zij daartoe kan doen horen.
2.4. De rechtbank wijst erop dat zij uit een niet verschijnen van een partij ter comparitie de gevolgtrekkingen - ook in het nadeel van die partij - kan maken die zij geraden zal achten.
2.5. De behandeling van de zaak ter comparitie zal in beginsel de volgende onderwerpen bevatten. De rechter zal beginnen met een aantal formaliteiten. Vervolgens zal de rechter zo nodig vragen stellen over de feiten en over de standpunten van partijen waarin inzicht moet bestaan om tot een oordeel te kunnen komen.
2.6. In beginsel zal ter comparitie niet de gelegenheid worden geboden om te pleiten, waarbij onder pleiten wordt verstaan het juridisch beargumenteren van de zaak aan de hand van een voorbereide, uitgeschreven pleitnotitie.
2.7. Op de comparitie zal, eventueel aan de hand van een voorlopig oordeel over de zaak, worden nagegaan hoe de verdere gang van de procedure moet zijn. Daarbij kan ook de mogelijkheid van een schikking of inschakeling van een mediator aan de orde komen. Partijen moeten er op voorbereid zijn, dat de rechtbank een mondeling tussenvonnis kan wijzen. Ter zitting kan aan de orde komen of een deskundigenonderzoek noodzakelijk is, welke vragen beantwoord moeten worden en wie partijen als deskundige benoemd willen zien. De zitting eindigt met een aantal formaliteiten.
2.8. Indien partijen, zonder dat daaraan voorafgaand een comparitie wordt gehouden, gebruik willen maken van de mogelijkheid de zaak door te verwijzen naar een mediator, dienen zij dat binnen twee weken na de datum van dit vonnis aan de griffie te berichten.
3. De beslissing
De rechtbank
3.1. beveelt een verschijning van partijen, bijgestaan door hun advocaten, voor het geven van inlichtingen en ter beproeving van een minnelijke regeling op de terechtzitting van mr. L.A.C. de Vaan in het gerechtsgebouw te Utrecht aan Vrouwe Justitiaplein 1 op maandag 14 maart 2011 van 11:00 tot 13:00 uur,
3.2. bepaalt dat de partijen dan vertegenwoordigd moeten zijn door iemand die van de zaak op de hoogte is en hetzij rechtens hetzij op grond van een bijzondere schriftelijke volmacht bevoegd is haar te vertegenwoordigen,
3.3. bepaalt dat de partij die op genoemd tijdstip niet kan verschijnen, binnen twee weken na de datum van dit vonnis schriftelijk en gemotiveerd aan de rechtbank ‑ ter attentie van de roladministratie van de sector civiel - om een nadere dag- en uurbepaling dient te vragen onder opgave van de verhinderdata van alle partijen in de drie maanden volgend op genoemde datum,
3.4. houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.C. Hagedoorn en in het openbaar uitgesproken op 17 november 2010.
type: MBS
coll: