ECLI:NL:RBUTR:2009:BK7512
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- J. Sap
- P. Bender
- M. ter Brugge
- Rechtspraak.nl
Wrakingsprocedure tegen rechter in bestuursrechtelijke zaak
Op 17 december 2009 heeft de Rechtbank Utrecht uitspraak gedaan in een wrakingsprocedure die was aangespannen door mr. [verzoeker] tegen mr. [X], rechter in de sector bestuursrecht. De hoofdprocedure betrof een geschil tussen mr. [verzoeker] en het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) over besluiten van 21 juli 2005 en 22 oktober 2007, waarbij het CBP de Nederlandse Orde van Advocaten tijdelijk ontheffing verleende van het verbod op het verwerken van persoonsgegevens. Mr. [verzoeker] had beroep ingesteld tegen de niet-ontvankelijkverklaring van zijn bezwaarschriften door het CBP, en tijdens de zitting op 5 november 2009 verzocht om verwijzing naar de meervoudige kamer, wat door mr. [X] werd afgewezen.
Mr. [verzoeker] diende een wrakingsverzoek in, stellende dat mr. [X] niet in staat was om onpartijdig te oordelen, en dat er structurele belemmeringen waren voor effectieve rechtsbescherming. De rechtbank overwoog dat een rechter vermoed wordt onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken. De rechtbank concludeerde dat er geen feiten of omstandigheden waren die de vrees van mr. [verzoeker] voor onpartijdigheid objectief gerechtvaardigd maakten.
De rechtbank wees het wrakingsverzoek af, oordelend dat de afwijzing van het verzoek om verwijzing naar de meervoudige kamer op zichzelf onvoldoende grond voor wraking was. De beslissing werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, mr. S. Meurs.