ECLI:NL:RBUTR:2009:BK3195
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- A.J.P. Schotman
- D.A.C. Koster
- Y.A.T. Kruijer
- Rechtspraak.nl
Veroordeling voor medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet
In deze strafzaak heeft de Rechtbank Utrecht op 12 oktober 2009 uitspraak gedaan tegen de verdachte, die werd beschuldigd van medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte gedurende een periode van meer dan zes maanden actief betrokken was bij de handel in cocaïne, samen met haar partner, die als medeverdachte fungeerde. De verdachte werd op 4 augustus 2008 aangehouden en de rechtbank heeft op basis van verschillende getuigenverklaringen en observaties geconcludeerd dat zij opzettelijk cocaïne heeft verkocht en verstrekt vanuit hun gezamenlijke woning, waar ook hun kinderen aanwezig waren.
De rechtbank heeft de ernst van de feiten in overweging genomen, waaronder de langdurige duur van de drugshandel en de impact op de volksgezondheid. De verdachte heeft geen openheid van zaken gegeven tijdens de rechtszitting, wat de rechtbank heeft doen besluiten tot een zwaardere straf. Uiteindelijk is de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van zesendertig weken, waarvan twintig weken voorwaardelijk, en een taakstraf van honderdvijftig uren. De rechtbank heeft ook bepaald dat de tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, in mindering wordt gebracht op de opgelegde gevangenisstraf. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken.