ECLI:NL:RBUTR:2008:BG6978
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Wijziging van alimentatieverplichting en niet-ontvankelijkheid verzoek
In deze zaak heeft de vrouw een verzoekschrift ingediend bij de Rechtbank Utrecht met het doel de beschikking van het gerechtshof Amsterdam van 15 mei 2007 te wijzigen. Dit verzoek was gericht op het afwijzen van de beëindiging van de alimentatieverplichting van de man. De man heeft zich verweerd tegen het verzoek van de vrouw en heeft primair verzocht om haar niet-ontvankelijk te verklaren. Subsidiair heeft hij verzocht om te bepalen dat hij onvoldoende draagkracht heeft om een bijdrage aan de vrouw te betalen.
De rechtbank heeft ter zitting vastgesteld dat de vrouw haar verzoek baseert op artikel 1:401 van het Burgerlijk Wetboek. De rechtbank heeft geconstateerd dat de overgangsregeling van de Wet limitering alimentatie van toepassing is op de alimentatieverplichting van de man. Volgens deze regeling kan een rechterlijke uitspraak betreffende de beëindiging van de uitkering tot levensonderhoud niet bij latere rechterlijke uitspraak worden gewijzigd of ingetrokken. Dit betekent dat de vrouw niet-ontvankelijk moet worden verklaard in haar verzoek tot wijziging van de beschikking van het gerechtshof.
De rechtbank heeft ook geoordeeld dat er onvoldoende redenen zijn om het verzoek van de vrouw om de man in de kosten van de procedure te veroordelen, toe te wijzen. De beslissing is genomen in de sector handels- en familierecht en de partijen zijn veroordeeld om hun eigen proceskosten te betalen. De beschikking is gegeven door rechter mr. E. Bongers, bijgestaan door griffier J. Schalk, en is openbaar uitgesproken op 17 december 2008.