ECLI:NL:RBUTR:2008:BE9005

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
20 februari 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
16-600029-08
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Diefstal met geweld en verduistering door een verdachte in Utrecht

In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 20 februari 2008 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal met geweld, medeplegen van verduistering en diefstal. De verdachte, geboren in 1965 en thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Utrecht, werd beschuldigd van meerdere feiten die zich in de gemeente Utrecht hebben afgespeeld. De eerste tenlastelegging betreft een diefstal op 5 januari 2008, waarbij de verdachte met geweld een aantal jassen en truien heeft weggenomen uit een winkel. Dit gebeurde terwijl hij werd aangesproken door beveiligingsmedewerkers, waarbij hij hen bedreigde en geweld gebruikte. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte opzettelijk de keel van een beveiligingsmedewerker heeft vastgepakt en zijn geslachtsorgaan heeft vastgegrepen, wat leidde tot de beschuldiging van diefstal met geweld.

Daarnaast was de verdachte betrokken bij een verduistering van gehuurde goederen, waaronder videocamera's en een beamer, in de periode van 29 augustus tot 3 oktober 2007. Hij had deze goederen gehuurd, maar niet teruggebracht, en had ze vervolgens verkocht. Tot slot heeft de verdachte op 25 november 2007 zes sjaaltjes en twee mutsen gestolen uit een andere winkel. De rechtbank heeft in haar overwegingen de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers meegewogen. De verdachte had eerder al een winkelverbod gekregen, maar dit weerhield hem er niet van opnieuw in de fout te gaan.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf maanden, waarvan één maand voorwaardelijk, en heeft een proeftijd van twee jaar vastgesteld. De rechtbank heeft ook bepaald dat de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke straf kan worden gelast indien de verdachte zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit schuldig maakt. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken, waarbij de rechtbank rekening heeft gehouden met de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Sector strafrecht
Parketnummer: 16/600029-08
Datum uitspraak: 20 februari 2008
Vonnis van de meervoudige kamer voor strafzaken op tegenspraak gewezen in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1965 te [geboorteplaats],
thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Utrecht, locatie Nieuwegein
te Nieuwegein.
Raadsvrouw: mr. C. Verfuurden, advocaat te Veenendaal.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 6 februari 2008.
De tenlastelegging
Aan de verdachte is tenlastegelegd dat
1.
hij op of omstreeks 05 januari 2008 in de gemeente Utrecht, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een of meer jas(sen) en/of een of meer trui(en), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan […] b.v., in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welke diefstal werd gevolgd van geweld en / of bedreiging met geweld tegen [aangever 1] en/of [aangever 2], beveiligingsmedewerker(s), gepleegd met het oogmerk om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en / of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte, toen die medewerker(s) hem aansprak(en), althans wilde(n) aanspreken
- opzettelijk gewelddadig de keel van die [aangever 1] heeft vastgepakt en/of (krachtig) heeft vastgehouden en/of (in) die keel heeft (dicht)geknepen, en/of
- opzettelijk gewelddadig de testikels, danwel de balzak, althans het geslachtsorgaan van die [aangever 1] heeft vastgegrepen en/of daarin heeft geknepen;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 1 Wetboek van Strafrecht
2.
parketnummer 446135-07
hij in of omstreeks de periode van 29 augustus 2007 tot en met 3 oktober 2007 te Utrecht, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
opzettelijk
- 2, althans een of meer videocamera('s) / camcorder(s), merk Sony, en/of
- 2, althans een of meer lamp(en), en/of
- een beamer, merk Sony
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan […] b.v., in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk(e) goed(eren) verdachte anders dan door misdrijf, te weten als huurder(s), onder zich had(den), wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
art 321 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
3.
parketnummer 504796-07
hij op of omstreeks 25 november 2007 te Utrecht, althans in het arrondissement Utrecht, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen zes sjaaltjes en/of twee mutsen, althans een aantal sjaaltjes en/of mutsen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Magazijn […] b.v., in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
art 310 Wetboek van Strafrecht
De bewezenverklaring
De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij op 5 januari 2008 bij de […] in Utrecht kleding heeft gestolen en dat het kan zijn dat hij op het moment dat hij door een beveiligingsmedewerker werd aangesproken deze bij zijn keel heeft gepakt. Bij de rechter-commissaris heeft de verdachte verklaard dat hij zich niet kan herinneren dat hij in het geslachtsdeel van het slachtoffer heeft geknepen, maar dat het wel gebeurd kan zijn . Het slachtoffer heeft verklaard dat hij door de verdachte bij zijn keel werd gepakt op het moment dat hij de verdachte wilde tegenhouden toen die de winkel uit wilde gaan . Tevens heeft het slachtoffer verklaard dat hij voelde dat de verdachte hem in zijn geslachtsorgaan kneep . Een getuige heeft verklaard dat hij heeft gezien dat de verdachte de keel van het slachtoffer dichtkneep . Namens Magazijn […] b.v. is aangifte gedaan van diefstal van drie jassen en twee truien op 5 januari 2008 .
Voorts heeft de verdachte ter terechtzitting verklaard dat hij samen met een ander op 29 augustus 2007 bij een bedrijf twee camera's, twee lampen en een beamer heeft gehuurd en vervolgens de gehuurde goederen in de twee daarop volgende weken heeft verkocht. De aangever heeft verklaard dat twee mannen op 29 augustus 2007 twee camera's, twee cameralampen en een beamer hebben gehuurd voor de duur van twee dagen, maar dat op 3 september 2007 de spullen nog niet waren teruggebracht . De medeverdachte heeft verklaard dat de verdachte hem gevraagd heeft spullen op zijn -medeverdachtes- naam te huren, waarna de verdachte die spullen zou doorverkopen . Voorts heeft de medeverdachte verklaard dat hij op 29 augustus 2007 samen met de verdachte twee videocamera's, een beamer en twee lampen op zijn naam voor een periode van twee dagen heeft gehuurd en dat hij wist dat die goederen niet teruggebracht zouden gaan worden, maar dat de verdachte ze wilde verkopen en dat ook heeft gedaan .
De verdachte heeft eveneens ter terechtzitting verklaard dat hij op 25 november 2007 bij de […] in Utrecht zes sjaaltjes en twee mutsen heeft gestolen. De aangever heeft verklaard dat hij op 25 november 2007 zag dat een man de alarmpoortjes van de […] passeerde en dat daarbij de alarmpoortjes in werking traden . Voorts heeft de aangever verklaard dat nadat de verdachte buiten de winkel was aangehouden zes sjaals en twee mutsen uit de tas van de verdachte kwamen .
De rechtbank acht gelet op het voorgaande wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte
1.
op 05 januari 2008 in de gemeente Utrecht, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen jassen en truien, toebehorende aan Magazijn de […] b.v., welke diefstal werd gevolgd van geweld tegen [aangever 1], beveiligingsmedewerker, gepleegd met het oogmerk om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf de vlucht mogelijk te maken, welk geweld hierin bestond dat hij, verdachte, toen die medewerker hem wilde aanspreken
- opzettelijk gewelddadig de keel van die [aangever 1]heeft vastgepakt en krachtig heeft vastgehouden en die keel heeft dichtgeknepen, en
- opzettelijk gewelddadig het geslachtsorgaan van die [aangever 1] heeft vastgegrepen en daarin heeft geknepen;
2.
in de periode van 29 augustus 2007 tot en met 3 oktober 2007 te Utrecht, tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk
- 2 camcorders, merk Sony, en
- 2 lampen, en
- een beamer, merk Sony
toebehorende aan […] b.v., welke goederen verdachte anders dan door misdrijf onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
3.
op 25 november 2007 te Utrecht, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen zes sjaaltjes en twee mutsen, toebehorende aan Magazijn de […] b.v..
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
De rechtbank grondt haar overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.
De strafbaarheid van de feiten
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het onder 1 bewezenverklaarde levert het navolgende strafbare feit op:
Diefstal, gevolgd van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf de vlucht mogelijk te maken.
Het onder 2 bewezenverklaarde levert het navolgende strafbare feit op:
Medeplegen van verduistering.
Het onder 3 bewezenverklaarde levert het navolgende strafbare feit op:
Diefstal.
De strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Motivering van de op te leggen sanctie
De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd dat de verdachte ter zake van het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 14 weken met aftrek van voorarrest.
Bij het bepalen van de op te leggen straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van de verdachte.
Wat betreft de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, heeft de rechtbank in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft twee keer waardevolle goederen uit een winkel gestolen. In één geval is de verdachte er zelfs niet voor teruggedeinsd geweld te gebruiken op het moment dat hij betrapt werd. Dit zijn feiten die naast financiële schade ook gevoelens van onrust en onveiligheid in de maatschappij veroorzaken. Met name wanneer geweld wordt gebruikt, kan worden gesteld dat de slachtoffers van dergelijke misdrijven nog lang de psychische gevolgen moeten dragen. Een hem eerder opgelegd winkelverbod heeft hem er niet van weerhouden opnieuw de fout in te gaan.
Voorts heeft de verdachte zich samen met een ander schuldig gemaakt aan verduistering van zeer waardevolle goederen. Een dergelijk vermogensdelict is een ergerlijk feit en brengt grote financiële schade en overlast met zich.
De rechtbank rekent het de verdachte ernstig aan dat hij met opzet waardevolle goederen heeft gestolen en verduisterd en dat hij met betrekking tot het onder 2 bewezenverklaarde een ander heeft gebruikt om het risico te dragen. De rechtbank gaat er bovendien van uit dat de verdachte contact heeft met helers, nu uit alle bewezenverklaarde feiten valt af te leiden dat de verdachte kennelijk een afzetgebied heeft.
In het voordeel van de verdachte overweegt de rechtbank dat uit het de verdachte betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie d.d. 8 januari 2008 blijkt dat de verdachte weliswaar eerder is veroordeeld voor het plegen van strafbare feiten, maar dat de laatste veroordeling feiten betreft van tien jaar geleden.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen kan naar het oordeel van de rechtbank niet worden volstaan met de door de officier van justitie gevorderde straf en dient aan de verdachte een hogere straf te worden opgelegd dan door de officier van justitie is gevorderd.
De rechtbank acht, alles afwegende, een deels onvoorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur passend en geboden.
De toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 47, 57, 310, 312 en 321 van het Wetboek van Strafrecht.
DE BESLISSING
De rechtbank beslist als volgt:
Verklaart bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde, zoals hiervoor vermeld, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen wat aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart dat het bewezenverklaarde strafbaar is en dat dit de hierboven vermelde strafbare feiten oplevert.
Verklaart de verdachte daarvoor strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een GEVANGENISSTRAF voor de duur van 5 MAANDEN.
Bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot 1 MAAND, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij later anders mocht worden gelast.
Stelt daarbij een proeftijd vast van twee jaren.
Bepaalt dat de tenuitvoerlegging kan worden gelast indien de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit schuldig maakt.
Beveelt dat de tijd die de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Heft het bevel tot voorlopige hechtenis van verdachte op met ingang van het tijdstip waarop de duur van de voorlopige hechtenis gelijk wordt aan die van het onvoorwaardelijk gedeelte van de opgelegde vrijheidsstraf.
Dit vonnis is gewezen door mrs. M.J. Veldhuijzen, D.A.C. Koster en J.D.E. Brouwer-Poederbach, bijgestaan door mr. S. Prinsen als griffier
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 20 februari 2008.