ECLI:NL:RBUTR:2008:BD6459

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
12 maart 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
244201/ HA RK 08-83
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wraking van de wrakingskamer in bestuursrechtelijke procedure

In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 12 maart 2008 uitspraak gedaan over een wrakingsverzoek van [verzoeker] tegen de wrakingskamer. Het verzoek was ingediend op 2 januari 2008, maar de wrakingskamer had op 21 december 2007 al een eerder wrakingsverzoek van [verzoeker] tegen mr. [A] niet-ontvankelijk verklaard. De wrakingskamer bestond uit mr. [x] als voorzitter en mr. [y] en mr. [z] als leden. De rechtbank oordeelde dat er geen mogelijkheid bestaat om de wrakingskamer te wraken na een beslissing op een eerder verzoek, zoals bepaald in artikel 8:18 lid 5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Bovendien was mr. [y] op 29 februari 2008 overleden, wat ook een reden was om het verzoek niet-ontvankelijk te verklaren. De rechtbank heeft [verzoeker] dan ook niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek en de griffier opgedragen deze beslissing toe te zenden aan de betrokken partijen, waaronder de gemeente Houten en de leden van de wrakingskamer. De uitspraak is zonder mondelinge behandeling gedaan en openbaar uitgesproken.

Uitspraak

beslissing
RECHTBANK UTRECHT
Wrakingskamer
zaaknummer / rekestnummer: 244201 / HA RK 08-83
Beslissing van de meervoudige kamer voor de behandeling van wrakingszaken van 12 maart 2008
in de zaak van
[verzoeker],
wonende te [woonplaats],
hierna te noemen: [verzoeker],
tegen
mr. [x],
mr. [y],
mr. [z],
respectievelijk voorzitter en leden van de wrakingskamer,
hierna te noemen: de wrakingskamer.
1. Het verloop van de procedure
1.1. Op 7 februari 2008 is ter griffie van deze rechtbank de eerste vier bladzijden van een faxbericht van 2 januari 2008 van [verzoeker] ontvangen, inhoudende een tegen de wrakingskamer gericht wrakingsverzoek. Naar aanleiding van een daartoe strekkend telefonisch verzoek van een medewerker van de griffie heeft [verzoeker] op 27 februari 2008 het volledige wrakingsverzoek aan de rechtbank doen toekomen.
1.2. De voorzitter en de leden van de wrakingskamer hebben niet in de wraking berust.
1.3. De uitspraak is zonder mondelinge behandeling bepaald op heden.
2. De vaststaande feiten
2.1. Onder registratienummer SBR 06/1193 is bij deze rechtbank, sector bestuursrecht, een procedure aanhangig tussen [verzoeker] en de gemeente Houten.
2.2. In deze procedure is op 20 november 2007 een zitting gehouden door mr. [A].
2.3. Op 29 november 2007 is ter griffie van deze rechtbank een fax van [verzoeker] ontvangen, met een tegen mr. [A] gericht wrakingsverzoek.
2.4. Bij beslissing van 21 december 2007 heeft de wrakingskamer [verzoeker] niet-ontvankelijk verklaard in zijn tegen mr. [A] gerichte wrakingsverzoek.
3. De beoordeling van het verzoek
3.1. Artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bepaalt dat op verzoek van een partij de rechter die een zaak behandelt kan worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
3.2. Vast staat dat de wrakingskamer bij beslissing van 21 december 2007 het door [verzoeker] tegen mr. [A] ingediende wrakingsverzoek niet-ontvankelijk heeft verklaard.
3.3. Nu mr. [y] op 29 februari 2008 is overleden moet het verzoek, voor zover het betrekking heeft op mr. [y], reeds op die grond niet-ontvankelijk worden verklaard.
3.4. De wet voorziet niet in de mogelijkheid om, wanneer de wrakingskamer een beslissing heeft gegeven op een wrakingsverzoek, de wraking te verzoeken van (de voorzitter en de leden van) die wrakingskamer.
In artikel 8:18 lid 5 Awb is voorts bepaald dat tegen de beslissing van de wrakingskamer geen rechtsmiddel openstaat.
In verband hiermede zal [verzoeker] niet ontvankelijk worden verklaard in zijn bij fax van 2 januari 2008 (gedane en op 7 februari 2008 ter griffie ingekomen wrakingsverzoek.
4. De beslissing
De rechtbank:
4.1. verklaart [verzoeker] niet-ontvankelijk in zijn verzoek;
4.2. draagt de griffier op deze beslissing toe te zenden aan [verzoeker], aan de gemeente Houten, aan mrs. [x], mr. [z], aan mr. R.F.B. van Zutphen (sectorvoorzitter bestuursrecht van de rechtbank) en aan mr. H.AE. Uniken Venema (president van de rechtbank).
Deze beschikking is gegeven door mr. M. van Delft-Baas, mr. P. Bender en mr. M. ter Brugge, in aanwezigheid van de griffier, en in het openbaar uitgesproken op 12 maart 2008.