ECLI:NL:RBUTR:2008:BD5302
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- A. Wassing
- C.W. Bianchi
- L.M.G. de Weerd
- Rechtspraak.nl
Afwijzing ontnemingsvordering van 39.000 euro na vrijspraak van verduistering door ambtenaar
Op 24 juni 2008 heeft de Rechtbank Utrecht uitspraak gedaan in de zaak met parketnummer 16/446159-07, waarin een ontnemingsvordering van 39.000 euro aan de orde was. De vordering was ingediend door de officier van justitie op basis van artikel 36e, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht. De verdachte, geboren in 1965, werd beschuldigd van het opzettelijk verduisteren van geld of geldswaardig papier in zijn hoedanigheid als ambtenaar. Tijdens de zitting op 20 juni 2008 werd de verdachte echter vrijgesproken van deze beschuldiging. Dit leidde tot de conclusie dat de ontnemingsvordering, die was gebaseerd op het wederrechtelijk verkregen voordeel, moest worden afgewezen. De rechtbank oordeelde dat er geen grond was voor het opleggen van de verplichting tot betaling aan de Staat van het geschatte voordeel, aangezien de verdachte niet schuldig was bevonden aan de tenlastegelegde feiten. Het vonnis werd uitgesproken door de meervoudige kamer voor strafzaken, waarbij de rechters A. Wassing, C.W. Bianchi en L.M.G. de Weerd betrokken waren. De griffier, C. Lith-van den Brink, was aanwezig bij de uitspraak. De rechters Wassing en Bianchi waren buiten staat om het vonnis mede te ondertekenen. De beslissing om de vordering af te wijzen werd genomen in het belang van de rechtsgang en de waarheidsvinding.