ECLI:NL:RBUTR:2008:BD5301

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
24 juni 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
16/446159-07
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak voor ambtenaar wegens onvoldoende bewijs van verduistering van meervaartkaarten

In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 24 juni 2008 uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een ambtenaar die beschuldigd werd van verduistering van meervaartkaarten voor een pont. De verdachte, geboren in 1965 en werkzaam op de pont, had kaarten ter verkoop onder zich, maar het was onduidelijk wat er met deze kaarten was gebeurd. De rechtbank oordeelde dat het onderzoek onvolledig was en dat er onvoldoende bewijs was om te concluderen dat de verdachte de kaarten had verduisterd door de opbrengst niet af te dragen aan de gemeente Wijk bij Duurstede.

De rechtbank merkte op dat de verdachte meer kaarten had genoteerd op de verkooplijsten dan daadwerkelijk verkocht waren. Dit leidde tot de conclusie dat de verdachte in december 2006 geen geld had achtergehouden, maar mogelijk meer kaarten als verkocht had opgeschreven dan in werkelijkheid het geval was. De verklaring van de aangever, die onwaarschijnlijk hoge verkoopcijfers voor de verdachte had genoteerd, ondersteunde deze stelling.

De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was om vast te stellen of en hoeveel meervaartkaarten de verdachte had verduisterd. Er was slechts een kopie van een schrift van de leidinggevende van de verdachte aanwezig, waarin stond hoeveel kaarten de verdachte had afgenomen en op welke data. Aangezien niet vastgesteld kon worden hoeveel kaarten er daadwerkelijk verkocht waren, kon ook niet worden bepaald hoeveel kaarten er nog in het bezit van de verdachte zouden moeten zijn geweest. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de tenlastelegging.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Sector strafrecht
Parketnummer: 16/446159-07
Datum uitspraak: 24 juni 2008
Vonnis van de meervoudige kamer voor strafzaken op tegenspraak gewezen in de zaak zaken tegen:
[verdachte],
geboren op [1965] te [geboorteplaats],
wonende te [adres].
Raadsman: mr. B.J. Tieman.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van
10 juni 2008.
De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd wat in de dagvaarding is omschreven. Een kopie van die dagvaarding is als bijlage I aan dit vonnis gehecht. De inhoud daarvan geldt als hier ingevoegd.
Vrijspraak
De steller van de tenlastelegging is er kennelijk van uit gegaan dat verdachte de kaarten die zij ter verkoop onder zich had daadwerkelijk heeft verkocht en de opbrengst daarvan niet heeft afgedragen en/of dat de verdachte de kaarten die zij niet heeft verkocht en niet heeft ingeleverd als onverkocht, verduisterd heeft. De rechtbank is van oordeel dat niet is komen vast te staan dat verdachte een geldbedrag dan wel meervaartkaarten heeft verduisterd in haar functie als ambtenaar, tewerk gesteld op de pont Het Wijkse Veer.
Vaststaat dat verdachte kaarten ter verkoop onder zich heeft gehad, maar uit het onderzoek, dat naar het oordeel van de rechtbank onvolledig is, valt niet op te maken of deze door haar ontvangen en niet teruggegeven meervaartkaarten zijn verkocht en of zij vervolgens de opbrengst daarvan heeft verduisterd, door het ontvangen bedrag niet af te dragen aan de gemeente Wijk bij Duurstede.
In het onderliggende dossier bevinden zich verkooplijsten van verschillende data in december 2006. Allereerst merkt de rechtbank hierover op dat dit een zeer beperkt gedeelte is van de ten laste gelegde periode. Daarnaast bevinden zich in het dossier ook door de gemeente opgemaakte overzichtslijsten van de ontbrekende, door de verdachte af te dragen opbrengsten uit verkoop van de meervaartkaarten, welke bedragen zijn berekend aan de hand van de door verdachte opgemaakte verkooplijsten.
De rechtbank is van oordeel dat deze gegevens onvoldoende zijn om tot een wettige en overtuigende bewezenverklaring te kunnen komen.
Allereerst heeft verdachte verklaard meer meervaartkaarten genoteerd te hebben op de verkooplijsten, dan dat zij in werkelijkheid had verkocht. De rechtbank acht het, gelet hierop, aannemelijk dat verdachte in december 2006 geen geld heeft achtergehouden, maar enkel
– om welke reden dan ook- meer kaarten als verkocht heeft opgeschreven dan in werkelijkheid het geval was.
Deze verklaring vindt steun in de verklaring van aangever die heeft gesteld dat de verdachte in de maand december 2006 en januari 2007 onwaarschijnlijk hoge verkoopcijfers had.
Op basis van onderliggend dossier is er naar het oordeel van de rechtbank ook onvoldoende bewijs om vast te kunnen stellen of en zo ja hoeveel meervaartkaarten verdachte verduisterd heeft. Voorhanden is slechts een kopie van het schrift van de leidinggevende van de verdachte, waarin opgetekend werd hoeveel meervaartkaarten verdachte bij hem afnam en op welke data dit is gebeurd.
Aangezien niet vastgesteld kan worden hoeveel meervaartkaarten er daadwerkelijk verkocht zijn, kan ook niet worden bepaald hoeveel kaarten er nog in het bezit van de verdachte zouden moeten zijn geweest. Voorts kan ook de waarde van deze kaarten niet worden vastgesteld.
Daarbij komt nog dat de verdachte pas sinds 1 april 2006 was aangesteld als ambtenaar van de gemeente Wijk bij Duurstede, zodat alleen gedragingen ten aanzien van meervaartkaarten die zij na deze datum in bezit had onder de reikwijdte van de tenlastelegging zouden vallen.
Kortom, nu niet duidelijk is geworden wat er met de kaarten -na 1 april 2006- is gebeurd, dient verdachte te worden vrijgesproken
DE BESLISSING
De rechtbank beslist als volgt:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door mrs. A. Wassing, C.W. Bianchi en L.M.G. de Weerd, bijgestaan door C. Lith-van den Brink als griffier en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 24 juni 2008.