ECLI:NL:RBUTR:2008:BD1181
Rechtbank Utrecht
- Voorlopige voorziening
- H.J.H. van Meegen
- S. Meurs
- Rechtspraak.nl
Schorsing van besluit tot vrijstelling voor reconstructie verkeersknooppunt in afwachting van bodemprocedure
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Utrecht op 7 mei 2008 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening. Het verzoekster, een onderneming gevestigd te Utrecht, had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht. Dit besluit, genomen op 18 december 2007, verklaarde het bezwaar van verzoekster tegen een eerder besluit van 16 januari 2006 ongegrond. Dit laatste besluit betrof de verlening van een vrijstelling aan het Ingenieursbureau Utrecht voor de reconstructie van het verkeersknooppunt Majella.
De zitting vond plaats op 25 april 2008, waar verzoekster werd vertegenwoordigd door drs. C. van Oosten, terwijl verweerder werd bijgestaan door mr. R.J.G. Bäcker. De voorzieningenrechter overwoog dat, op basis van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht, een voorlopige voorziening kan worden getroffen indien onverwijlde spoed dat vereist. De voorzieningenrechter concludeerde dat de plannen voor de reconstructie verkeerskundige en ruimtelijke gevolgen hebben die nader onderzocht dienen te worden, vooral met betrekking tot de luchtkwaliteit.
Gezien de verklaring van verweerder dat de werkzaamheden spoedig zouden aanvangen, besloot de voorzieningenrechter om de beslissing op bezwaar van 18 december 2007 en het besluit van 16 januari 2006 te schorsen tot de uitspraak in de bodemprocedure. Tevens werd verweerder veroordeeld in de proceskosten van verzoekster, vastgesteld op € 644,-. De voorzieningenrechter wees het verzoek om voorlopige voorziening toe, schorste de eerdere besluiten en bepaalde dat de gemeente Utrecht het griffierecht van € 285,- aan verzoekster diende te vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door mr. H.J.H. van Meegen.