ECLI:NL:RBUTR:2008:BC4935

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
29 januari 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
16-515782-06
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opzetheling en schuldheling van diverse goederen, waaronder een spelcomputer en crossmotor

In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 29 januari 2008 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van opzetheling en schuldheling van verschillende goederen, waaronder een spelcomputer en een crossmotor. De verdachte werd beschuldigd van het stelen van een Nintendo spelcomputer en het verwerven van een crossmotor en andere goederen waarvan hij redelijkerwijs had moeten vermoeden dat deze van diefstal afkomstig waren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 22 december 2006 een woninginbraak heeft gepleegd waarbij diverse goederen zijn weggenomen, waaronder de spelcomputer. De verdachte ontkende echter te weten dat de goederen gestolen waren en beweerde dat hij de spelcomputer in bewaring had voor iemand anders. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de tenlastelegging van de woninginbraak en sprak de verdachte vrij van dit feit.

De rechtbank oordeelde echter dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan opzetheling van de spelcomputer, omdat deze bij hem was aangetroffen. Daarnaast werd de verdachte ook schuldig bevonden aan schuldheling van de crossmotor, omdat hij deze zonder papieren had gekocht op een plek waar bekend is dat gestolen goederen worden verhandeld. De rechtbank legde een deels voorwaardelijke jeugddetentie op, rekening houdend met de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, evenals de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De rechtbank heeft ook de teruggave van in beslag genomen goederen aan de verdachte gelast, met uitzondering van de goederen die niet bewezen zijn verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Sector strafrecht
Parketnummer: 16/515782-06
Datum uitspraak: 29 januari 2008
Raadsvrouwe: mr. F.A. ten Berge
Vonnis van de meervoudige kamer voor strafzaken op tegenspraak gewezen in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1989 te [geboorteplaats],
wonende te [woonadres], [woonplaats]
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van
15 januari 2008.
De tenlastelegging
Aan bovenbedoelde gedagvaarde persoon wordt tenlastegelegd dat:
1.
Primair
(zaak 1)
hij op of omstreeks 22 december 2006 te Utrecht, althans in het arrondissement
Utrecht, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in / uit een woning (gelegen
aan de [adres]) heeft weggenomen vier, althans een of meer
spelcomputer(s) (merk Nintendo) en/of een pc en/of voeding voor pc en/of dvd
brander en/of beeldscherm en/of een of meer sieraden en/of een hoeveelheid
(van ongeveer 40) computerspelletjes en/of twee, althans een fotocamera('s)
en/of drie, althans een of meer sd kaart(en) en/of een navigatiesysteem en/of
gsm en/of een hoeveelheid (van ongeveer 75) dvd's en/of twee, althans een mp3
speler(s) en/of een fles parfum en/of een kluis en/of fotonegatieven en/of een
bedrag aan geld (van ongeveer 255 euro) en/of een spaarpot en/of bluetooth, in
elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 1]
en/of [aangever 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en
/ of zijn mededader(s), waarbij verdachte en / of zijn mededader(s) zich de
toegang tot de plaats des misdrijfs heeft / hebben verschaft en / of de / het
weg te nemen goed(eren) onder zijn / hun bereik heeft / hebben gebracht door
middel van braak, verbreking, te weten door het forceren van een raam en/of
kozijn van die woning en/of inklimming;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrechtart 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
Subsidiair
hij op of omstreeks 28 december 2006 te Utrecht, in elk geval in Nederland,
een spelcomputer (merk Nintendo) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of
heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden
krijgen van die spelcomputer wist, althans redelijkerwijs had moeten
vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
art 416 lid 1 ahf / ond a Wetboek van Strafrecht
2.
(zaak 2)
hij op of omstreeks 28 december 2006 te Utrecht, in elk geval in Nederland,
een memorystick heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft
overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden
krijgen van voornoemde memorystick wist, althans redelijkerwijs had moeten
vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
art 416 lid 1 ahf / ond a Wetboek van Strafrecht
3.
(zaak 3 en zaak 6)
hij op of omstreeks 28 december 2006 te Utrecht, in elk geval in Nederland,
een (cross)motor (merk Honda) en/of een rekenmachine (merk casio) heeft
verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten
tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van voornoemde goederen
wist, althans redelijkerwijs kon vermoeden dat het (een) door misdrijf
verkregen goed(eren) betrof;
art 416 lid 1 ahf / ond a Wetboek van Strafrecht
4.
(zaak 4)
hij op of omstreeks 28 december 2006 te Utrecht, in elk geval in Nederland,
een groene kaart (voorzien van de naam […]) heeft verworven,
voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het
verwerven of het voorhanden krijgen van voornoemde groene kaart wist, althans
redelijkerwijs kon vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren)
betrof;
art 416 lid 1 ahf / ond a Wetboek van Strafrecht
5.
(zaak 5)
hij op of omstreeks 28 december 2006 te Utrecht, in elk geval in Nederland,
een DVD ( merk Promedion) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft
overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden
krijgen van voornoemde DVD wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden dat
het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
art 416 lid 1 ahf / ond a Wetboek van Strafrecht
6.
(zaak 7)
hij op of omstreeks 28 december 2006 te Utrecht, in elk geval in Nederland,
een computerkast ( merk Asus) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of
heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden
krijgen van voornoemde computerkast wist, althans redelijkerwijs kon vermoeden
dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
art 416 lid 1 ahf / ond a Wetboek van Strafrecht
7.
(zaak 8)
hij op of omstreeks 28 december 2006 te Utrecht, in elk geval in Nederland,
een akte tas heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen,
terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van
voornoemde tas wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden dat het (een) door
misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
art 416 lid 1 ahf / ond a Wetboek van Strafrecht
De geldigheid van de dagvaarding
Onder feit 5 is aan verdachte ten laste gelegd dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan de heling van een DVD (merk Promedion). Uit de stukken blijkt dat onder verdachte een portable DVD-speler merk Promedion is in beslaggenomen. Een DVD is een schijfje met digitale gegevens; een DVD-speler is het apparaat waarop zo'n schijfje kan worden afgespeeld.
Nu onvoldoende duidelijk is wat wordt bedoeld met het ten laste gelegde “DVD (merk Promedion)” is de rechtbank van oordeel dat niet duidelijk is omschreven wat aan verdachte wordt ten laste gelegd. De tenlastelegging is derhalve voor wat betreft feit 5 innerlijk tegenstrijdig en daarom nietig.
Vrijspraak
Algehele vrijspraak van het onder feit 1 primair, feit 2, feit 4 en feit 7 ten laste gelegde en partiële vrijspraak van het onder feit 3 ten laste gelegde:
Niet wettig en overtuigend is bewezen hetgeen aan verdachte onder feit 1 primair is ten laste gelegd. De rechtbank is van oordeel dat, alhoewel bij de verdachte de bij de woninginbraak weggenomen Nintendo spelcomputer is aangetroffen, er overigens onvoldoende aanwijzingen zijn dat de verdachte de ten laste gelegde woninginbraak heeft gepleegd.
De verdachte moet derhalve van de ten laste gelegde woninginbraak worden vrijgesproken.
Voorts is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan verdachte onder feit 2 ten laste is gelegd. De rechtbank overweegt hierbij als volgt.
Onder verdachte is één memorystick in beslaggenomen. Over deze memorystick is de verdachte door de politie ondervraagd. Verdachte heeft verklaard dat deze memorystick van hem is, maar dat hij niet weet hoe hij er aan gekomen is en of hij deze memorystick heeft gebruikt.
Voor een bewezenverklaring van de ten laste gelegde opzetheling dan wel schuldheling is vereist dat verdachte wist dan wel redelijkerwijs moest vermoeden dat de memorystick van misdrijf afkomstig was. De rechtbank is van oordeel dat onder de hierboven geschetste omstandigheden de rechtbank de vereiste wetenschap van verdachte niet kan construeren. Louter om deze reden zal de rechtbank de verdachte vrijspreken van het onder feit 2 ten laste gelegde.
De rechtbank is van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de onder feit 3 ten laste gelegde heling van de rekenmachine, de onder feit 4 ten laste gelegde heling van de groene kaart en de onder feit 7 ten laste gelegde heling van de aktetas.
Vaststaat dat in de kelderbox, behorend bij de woning van de verdachte, de rekenmachine, de groene kaart en de aktetas zijn aangetroffen. Vaststaat voorts dat deze goederen van diefstal afkomstig zijn. Verdachte ontkent te hebben geweten dat voornoemde goederen in de kelderbox lagen. Gebleken is dat verdachte samen met zijn familie woont en er aldus diverse personen toegang tot de kelderbox hebben.
Gelet op deze feiten en omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen is dat de verdachte wist dan wel redelijkerwijs moest vermoeden dat de rekenmachine, de groene kaart en de aktetas zich in zijn kelderbox bevonden en spreekt hem derhalve partieel vrij van het onder feit 3 ten laste gelegde en geheel vrij van het onder feit 4 en feit 7 ten laste gelegde.
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 1 subsidiair, 3 -voor wat betreft dat gedeelte dat betrekking heeft op de crossmotor - en 6 ten laste gelegde feiten heeft begaan op de wijze als hierna is vermeld, te weten dat:
1.
Subsidiair
hij op 28 december 2006 te Utrecht, een spelcomputer -merk Nintendo -, voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van die spelcomputer wist, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
3.
hij op 28 december 2006 te Utrecht, een crossmotor -merk Honda - voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van voornoemd goed redelijkerwijs kon vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
6.
hij op 28 december 2006 te Utrecht, een computerkast - merk Asus - voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van voornoemde computerkast redelijkerwijs kon vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
De rechtbank overweegt hiertoe als volgt.
Algemene overweging ten aanzien van feit 1, feit 3 en feit 6:
Blijkens het proces-verbaal van de politie is naar aanleiding van in de maanden november en december 2006 via de Regionale Criminele Inlichtingen Eenheid binnengekomen informatie een onderzoek gestart . In het kader van dit onderzoek is op 28 december 2006 door de rechter-commissaris beslist dat de vordering van de officier van justitie strekkende tot doorzoeking van het adres [woonadres verdachte] in [plaats], zijnde de woning van de verdachte, kan worden toegewezen . Vervolgens heeft blijkens een proces-verbaal van politie op 28 december 2006 een doorzoeking van voornoemd perceel en de daarbij behorende kelderbox plaatsgevonden. Daarbij is in slaapkamer 2 onder meer een Nintendo computer CLS Lite, kleur wit, in een roze hoesje aangetroffen, is op het balkon onder meer een computerkast merk Asus aangetroffen en is in de kelderbox onder meer een Honda Crossmotor aangetroffen . Verdachte heeft ter terechtzitting aangegeven dat slaapkamer 2 zijn slaapkamer was .
Ten aanzien van feit 1:
Uit de aangifte van [aangever 2] blijkt dat zij bewoner is van de woning gelegen aan de [adres] te Utrecht en dat zij aangifte doet van inbraak in haar woning op
22 december 2006, bij welke inbraak een Nintendo spelcomputer CLS Lite, kleur wit is weggenomen . Blijkens het proces-verbaal van politie werd op 31 december 2006 aan de aangeefster de (in de slaapkamer van verdachte) aangetroffen spelcomputer van het merk Nintendo CLS Lite gestoken in een rozekleurig doosje getoond. Aangeefster herkende de spelcomputer voor honderd procent als de spelcomputer van haar dochter [dochter van aangever 2] .
Door de verdachte is ter terechtzitting verklaard dat hij inderdaad voornoemde spelcomputer in zijn bezit had, maar dat hij deze slechts in bewaring had voor […]. Verdachte had aan deze […] gevraagd of de spelcomputer niet gestolen was en deze had hem verzekerd dat de spelcomputer niet gestolen was. Derhalve kon hij niet weten noch redelijkerwijs vermoeden, dat de spelcomputer van diefstal afkomstig was .
De rechtbank acht de verklaring van verdachte in het licht van bovengenoemde feiten en omstandigheden ongeloofwaardig, te meer nu het een spelcomputer in een roze verpakking betreft, het voor verdachte naar eigen zeggen duidelijk was dat het om meisjesspeelgoed ging en verdachte klaarblijkelijk “nattigheid” voelde gelet op diens vraag aan […] of het een gestolen goed betrof.
Alles overziende acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich op
28 december 2006 te Utrecht schuldig heeft gemaakt aan de opzetheling van een spelcomputer, merk Nintendo.
Ten aanzien van feit 3:
Blijkens een proces-verbaal van de politie is de - in beslag genomen - crossmotor, merk Honda, onderzocht. Uit dit onderzoek is gebleken dat het identificatienummer (framenummer) niet conform de originele fabriekswijze was aangebracht en dat er sporen van een grove mechanische bewerking aanwezig waren, waardoor een deel van het nummer onleesbaar is geworden. Voorts bleek dat dit framenummer gesignaleerd stond als gestolen voertuig onder nummer PL0914/05-126220 . Uit de aangifte van [aangever 3] met nummer PL0914/05-126220 blijkt dat op 16 april 2005 uit een schuur achter de woning aan de [adres] te Utrecht de crossmotor van zijn zoon van het merk Honda is weggenomen .
De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat deze crossmotor via Marktplaats.nl werd aangeboden, dat hij vervolgens met de jongen die deze crossmotor aanbood ergens op straat heeft afgesproken en dat hij toen deze crossmotor zonder papieren heeft gekocht .
De rechtbank is van oordeel dat, nu de verdachte, via Marktplaats.nl, ergens op straat een crossmotor zonder papieren heeft gekocht, waarvan het framenummer deels was weggeslepen, hij onder deze omstandigheden redelijkerwijs had kunnen vermoeden dat de crossmotor van diefstal afkomstig was, temeer nu de verdachte op dat moment naar eigen zeggen motorvoertuigtechniek studeerde en aldus redelijk verstand van zaken moet hebben gehad.
Gelet op bovenstaande feiten en omstandigheden acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich op 28 december 2006 te Utrecht schuldig heeft gemaakt aan de schuldheling van een crossmotor, merk Honda.
Ten aanzien van feit 6:
Blijkens een proces-verbaal van politie is een onderzoek ingesteld naar de herkomst van de – in beslag genomen – computersysteemkast van het merk Asus. Uit het Bedrijfs Processen Systeem van de politie Utrecht bleek dat onder mutatienummer 06-406130 aangifte was gedaan van diefstal uit een woning. Aan de aangeefster, [aangever 4], is de inbeslaggenomen computerkast getoond. Zij verklaarde dat haar weggenomen computer er net zo uitzag als de getoonde computerkast. Aangeefster verklaarde voorts dat er in de DVD-drive van haar weggenomen computerkast een Hindoestaanse DVD zat. De verbalisant heeft vervolgens een onderzoek naar de DVD ingesteld. In de DVD-drive zat een kennelijk Hindoestaanse DVD. De verbalisant heeft vervolgens contact opgenomen met de aangeefster. De verbalisant hoorde dat zij de titel van de DVD voorlas en zag dat deze overeenkwam met de titel op de DVD. Tevens hoorde de verbalisant dat aangeefster verklaarde hoe een jongen en een meisje stonden afgebeeld op de DVD hoes. De verbalisant zag dat dit overeenkwam met de afbeeldingen die hij op de DVD zag .
Door voornoemde [aangever 4] is onder mutatienummer PL0914/06-406130 op 12 december 2006 aangifte gedaan van inbraak in een woning gelegen aan de [adres] te Utrecht op 11 december 2006, waarbij vanuit de slaapkamer een PC kast was gestolen .
Door verdachte is ter zitting verklaard dat hij deze computerkast op de Zwarte Markt in Vleuten heeft gekocht voor een bedrag van € 120,- tot € 130,- .
De rechtbank overweegt dat indien men een goed op een plaats als de Zwarte Markt te Vleuten koopt, zijnde een plaats waarvan algemeen bekend is dat daar meer dan eens gestolen goederen te koop worden aangeboden, er een extra onderzoeksplicht naar de herkomst van het goed op de koper rust. Nu de verdachte op de zwarte markt voor een betrekkelijk lage prijs een computerkast heeft gekocht, terwijl in de DVD-drive nog een DVD zat, heeft hij naar het oordeel van de rechtbank niet voldaan aan de op hem rustende onderzoeksplicht.
De rechtbank acht aldus wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich op
28 december 2006 te Utrecht schuldig heeft gemaakt aan de schuldheling van een computerkast, merk Asus.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Hetgeen onder feit 1 subsidiair, feit 3 -voor wat betreft dat gedeelte dat betrekking heeft op de crossmotor - en feit 6 meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
De rechtbank grondt haar overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.
De strafbaarheid van de feiten
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het onder feit 1 subsidiair, feit 3 -voor wat betreft dat gedeelte dat betrekking heeft op de crossmotor - en feit 6 bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het onder 1 subsidiair, 3 -voor wat betreft dat gedeelte dat betrekking heeft op de crossmotor - en 6 bewezenverklaarde levert de navolgende strafbare feiten op.
Ten aanzien van feit 1 subsidiair:
Opzetheling.
Ten aanzien van feit 3 en feit 6:
Schuldheling, meermalen gepleegd.
De strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Motivering van de op te leggen sanctie
Bij het bepalen van de op te leggen straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van de verdachte.
Wat betreft de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, heeft de rechtbank in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft een computerkast en een crossmotor voorhanden gehad waarvan hij redelijkerwijs had moeten vermoeden dat deze van diefstal afkomstig waren en heeft zich schuldig gemaakt aan opzetheling van een spelcomputer. Delicten als opzetheling en schuldheling bevorderen het plegen van delicten, zoals diefstallen, nu door het plegen van heling de daders van dergelijke delicten worden verzekerd van de afzet van de als gevolg van deze misdrijven verkregen goederen. De verdachte heeft door zijn handelwijze meegewerkt aan het in stand houden van een crimineel circuit.
Wat betreft de persoon van de verdachte heeft de rechtbank in het bijzonder gelet op:
• de inhoud van een de verdachte betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie d.d. 09 oktober 2007, waaruit blijkt dat de verdachte eerder met politie en justitie in aanraking is geweest, ook voor soortgelijke feiten als thans bewezen verklaard;
• een voorlichtingsrapport betreffende de verdachte, van Bureau Jeugdzorg Utrecht, afdeling Jeugdreclassering, d.d. 08 januari 2008, opgemaakt door mevrouw S. M’ghaouch, reclasseringswerker, met daaraan gehecht een rapport ten behoeve van de raadkamer, inhoudende een evaluatie plan van aanpak alsmede een bereidsheidverklaring ITB-plus, opgemaakt door dezelfde rapporteur d.d. 02 november 2007.
Uit het rapport d.d. 08 januari 2008 blijkt dat de verdachte op 07 november 2007 is geschorst met de maatregel ITB-plus en dat de verdachte zich tot nu toe goed aan de afspraken en aanwijzingen houdt. Verder blijkt uit het rapport dat de verdachte zijn VMBO-diploma heeft gehaald en dat hij thans staat ingeschreven voor een schildersopleiding op het Gildevaart College. Verdachte werkt thans als schoonmaker. Geadviseerd wordt om aan verdachte – indien hij schuldig wordt bevonden – een voorwaardelijke jeugddetentie op te leggen met de maatregel Hulp en Steun, waarvan de eerste zes maanden ITB-plus en om een eventueel onvoorwaardelijk deel om te zetten in een taakstraf;
• de verklaring van mevrouw S. M’ghaouch voornoemd, afgelegd ter terechtzitting van 15 januari 2008, inhoudende dat zij de verdachte thans te kort begeleidt om een goede evaluatie te geven van hoe de maatregel ITB-plus verloopt, maar dat de verdachte zich tot nu toe aan de aanwijzingen houdt en dat zij er vertouwen in heeft. De verdachte heeft begeleiding nodig en deze begeleiding kan door het Schildersvakcentrum Centraal Nederland (SCN) gegeven worden. Het SCN heeft echter pas plaats in maart 2008. Tot die tijd zal verdachte als oproepkracht voor schoonmaakwerk blijven fungeren.
De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd dat verdachte voor feit 1 primair wordt vrijgesproken en ter zake van de onder 1 subsidiair, 2, 3, 4, 5, 6 en 7 ten laste gelegde feiten wordt veroordeeld tot -kort gezegd-:
? een jeugddetentie voor de duur van 120 (honderdentwintig) dagen met aftrek van het voorarrest, waarvan 46 (zesenveertig) dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 (twee) jaren, met als bijzondere voorwaarde de Maatregel Hulp en Steun waarvan de eerste 6 (zes) maanden het IBT-plus-traject.
Ten aanzien van de in beslag genomen goederen:
Teruggave aan de verdachte van:
4 1.00 STK Navigatiesysteem
CAR TREK 200
aangetroffen bij huiszoeking 28/12/06 slaapkamer 2
5 1.00 STK Mobiel
MIO DIGI WALKER PDA
aangetroffen bij huiszoeking 28/12/06 slaapkamer 2
6 1.00 STK Adapter
TOM TOM
aangetroffen bij huiszoeking 28/12/06 slaapkamer 2
7 1.00 STK Plastic
TOM TOM zuignap
aangetroffen bij huiszoeking 28/12/06 slaapkamer 2
8 1.00 STK Mobiel
SIEMENS incl. lader
aangetroffen bij huiszoeking 28/12/06 slaapkamer 2
9 1.00 STK Mobiel
SONY ERICSSON incl. usb lader
aangetroffen bij huiszoeking 28/12/06 slaapkamer 2
12 1.00 STK Onderdelen
TOM TOM USB oplader
aangetroffen bij huiszoeking 28/12/06 slaapkamer 2
14 1.00 STK Antenne
TOM TOM gps
aangetroffen bij huiszoeking 28-12-06 slaapkamer 2
19 3.00 DS Doos
doos schoenen
aangetroffen bij huiszoeking 28-12-06 maat 39,39, 40
20 2.00 DS Doos
doos schoenen
aangetroffen op zolder 2 x maat 37
33 1.00 STK Motorfiets
MINI CROSSMOTOR
aangetroffen in box
37 1.00 STK Scheenbeschermer
aangetroffen in box
De rechtbank acht, alles afwegende, een deels voorwaardelijke jeugddetentie van na te melden duur passend en geboden. Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank, naast hetgeen hierboven reeds is overwogen, rekening gehouden met de omstandigheid dat de door de verdachte geheelde computerkast en Nintento spelcomputer afkomstig waren van forse woninginbraken - bij de woninginbraak waarbij de spelcomputer is weggenomen is zelfs brand gesticht - en de omstandigheid dat de verdachte eerder is veroordeeld wegens opzetheling en andere vermogensdelicten.
De rechtbank legt aan de verdachte een lagere straf op dan door de officier van justitie is gevorderd omdat zij de verdachte vrijspreekt van hetgeen ten laste is gelegd onder de feiten 1 primair, feit 2, feit 3 - voor wat betreft dat gedeelte dat betrekking heeft op de rekenmachine -, feit 4 en feit 7 en zij de dagvaarding voor wat betreft feit 5 nietig verklaart.
Teruggave in beslag genomen goederen:
Met betrekking tot de in beslag genomen voorwerpen, te weten de hierboven onder de nummers 4, 5, 6, 7, 8, 9, 12, 14, 19, 20, 33 en 37 omschreven voorwerpen, zal de rechtbank de teruggave gelasten aan verdachte, bij wie deze voorwerpen in beslag zijn genomen.
Nu de officier van justitie ter terechtzitting heeft medegedeeld dat het beslag dat op de overige op de beslaglijst vermelde goederen rustte, reeds is afgehandeld, behoeft de rechtbank over deze in beslag genomen goederen geen beslissing te nemen.
De toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 77a, 77i, 77x, 77y, 77z, 77aa, 77gg, 416 en 417bis van het Wetboek van Strafrecht.
DE BESLISSING
De rechtbank beslist als volgt:
Verklaart de dagvaarding nietig voor zover dit betrekking heeft op het onder feit 5 ten laste gelegde.
Verklaart niet bewezen dat de verdachte de onder 1 primair, 2, 3 - voor wat betreft dat gedeelte dat betrekking heeft op de rekenmachine -, 4 en 7 ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat de verdachte de onder 1 subsidiair, 3 - voor wat betreft dat gedeelte dat betrekking heeft op de crossmotor - en 6 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor vermeld, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen wat aan de verdachte onder feit 1 subsidiair, feit 3 - voor wat betreft dat gedeelte dat betrekking heeft op de crossmotor - en feit 6 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart dat het onder feit 1 subsidiair, feit 3 - voor wat betreft dat gedeelte dat betrekking heeft op de crossmotor - en feit 6 bewezenverklaarde strafbaar is en dat dit de hierboven vermelde strafbare feiten oplevert.
Verklaart de verdachte daarvoor strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot JEUGDDETENTIE voor de duur van
100 (HONDERD) DAGEN waarvan 26 (ZESENTWINTIG) DAGEN voorwaardelijk.
Stelt daarbij een proeftijd vast van twee jaren.
Bepaalt dat de tenuitvoerlegging kan worden gelast indien:
- de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit schuldig maakt.
- de veroordeelde na te melden bijzondere voorwaarden niet naleeft:
? dat de veroordeelde in het kader van de maatregel Hulp en Steun zich gedurende de proeftijd gedraagt naar de door of namens Bureau Jeugdzorg Utrecht, afdeling Jeugdreclassering, te geven aanwijzingen, zolang die instelling dat nodig acht
met opdracht aan voornoemde instelling de veroordeelde bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen;
? dat de veroordeelde gedurende de eerste 6 (zes) maanden van de proeftijd deelneemt aan het project ITB-Plus.
Beveelt dat de tijd die de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde jeugddetentie geheel in mindering zal worden gebracht.
Gelast de teruggave aan de verdachte van:
4 1.00 STK Navigatiesysteem
CAR TREK 200
aangetroffen bij huiszoeking 28/12/06 slaapkamer 2
5 1.00 STK Mobiel
MIO DIGI WALKER PDA
aangetroffen bij huiszoeking 28/12/06 slaapkamer 2
6 1.00 STK Adapter
TOM TOM
aangetroffen bij huiszoeking 28/12/06 slaapkamer 2
7 1.00 STK Plastic
TOM TOM zuignap
aangetroffen bij huiszoeking 28/12/06 slaapkamer 2
8 1.00 STK Mobiel
SIEMENS incl. lader
aangetroffen bij huiszoeking 28/12/06 slaapkamer 2
9 1.00 STK Mobiel
SONY ERICSSON incl. usb lader
aangetroffen bij huiszoeking 28/12/06 slaapkamer 2
12 1.00 STK Onderdelen
TOM TOM USB oplader
aangetroffen bij huiszoeking 28/12/06 slaapkamer 2
14 1.00 STK Antenne
TOM TOM gps
aangetroffen bij huiszoeking 28-12-06 slaapkamer 2
19 3.00 DS Doos
doos schoenen
aangetroffen bij huiszoeking 28-12-06 maat 39,39, 40
20 2.00 DS Doos
doos schoenen
aangetroffen op zolder 2 x maat 37
33 1.00 STK Motorfiets
MINI CROSSMOTOR
aangetroffen in box
38 1.00 STK Scheenbeschermer
aangetroffen in box
Heft het reeds geschorste bevel tot voorlopige hechtenis van verdachte op.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.A.C. Koster, kinderrechter en mrs. M.J. Veldhuijzen en A.G. Bakker, bijgestaan door mr. K.D.M. Buitenweg als griffier
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 29 januari 2008.