ECLI:NL:RBUTR:2007:BB3273
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- E.F. Bueno
- J.M. Bruins
- D.A.C. Koster
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van de vordering tot verlenging terbeschikkingstelling
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 3 september 2007 uitspraak gedaan over de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling van een veroordeelde, geboren in 1951, die momenteel verblijft in de Zorggroep voor Intensieve en Forensische Psychiatrie GgzE te Eindhoven. De rechtbank heeft eerder, op 12 september 2006, de termijn van terbeschikkingstelling verlengd voor de duur van één jaar. De vordering tot verlenging werd ingediend door de officier van justitie, maar de raadsman betoogde dat de officier niet ontvankelijk was in zijn vordering, omdat er op 10 augustus 2007 al een voorlopige rechterlijke machtiging was aangevraagd door de officier van justitie in ’s-Hertogenbosch.
De rechtbank heeft het advies van twee psychiaters, drs. E. Deprez en drs. A.J.M. van Zeist-Jongman, in overweging genomen, waarin werd gepleit voor beëindiging van de terbeschikkingstelling en het opleggen van een voorlopige rechterlijke machtiging conform de wet BOPZ. De deskundigen gaven aan dat de betrokkene weliswaar vooruitgang had geboekt, maar dat er nog steeds een dwangkader noodzakelijk was voor zijn zorg. De rechtbank concludeerde dat de veiligheid van anderen gewaarborgd kon worden door de eerder afgegeven voorlopige rechterlijke machtiging, waardoor de verlenging van de terbeschikkingstelling niet meer nodig was.
De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling afgewezen, met inachtneming van de relevante wetgeving en de adviezen van de deskundigen. De beslissing is genomen na een zitting op 20 augustus 2007, waar de betrokken partijen, inclusief de getuige-deskundige, zijn gehoord. De rechtbank heeft de beslissing op 3 september 2007 openbaar uitgesproken.