ECLI:NL:RBUTR:2007:AZ9755
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H.G. Molenaar
- Y. Sneevliet
- Rechtspraak.nl
Tijdelijke regeling inkomensgevolgen herbeoordeelde arbeidsongeschikten en recht op WW-uitkering
In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) van 1 juni 2006, waarin zijn bezwaar tegen een eerder besluit van 9 mei 2006 ongegrond werd verklaard. Dit eerdere besluit hield in dat eiser geen recht had op een tegemoetkoming op grond van de Tijdelijke regeling inkomensgevolgen herbeoordeelde arbeidsongeschikten (TRI). Eiser, werkzaam als docent Engels, ontving sinds 2002 een uitkering op basis van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) en had zijn dienstverband bij de Amersfoortse beëindigd. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 30 november 2006, waarbij eiser werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. J.D. van Alphen, en de verweerder door M. Florijn van het Uwv.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser in 2005 zijn WAO-uitkering heeft zien intrekken na een herbeoordeling van zijn arbeidsongeschiktheid. Eiser heeft vervolgens een WW-uitkering aangevraagd, maar deze werd geweigerd op de grond van verwijtbare werkloosheid. Eiser heeft aangevoerd dat hij voldoet aan de voorwaarden voor de TRI, die bedoeld is om inkomensgevolgen te compenseren voor herbeoordeelde arbeidsongeschikten zonder recht op WW. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat eiser, hoewel hij in beginsel recht had op een WW-uitkering, dit recht niet kon geldend maken vanwege zijn verwijtbare werkloosheid.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat de TRI niet bedoeld is voor personen die weliswaar recht hebben op een WW-uitkering, maar dit recht niet kunnen geldend maken door eigen toedoen. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door de enkelvoudige kamer van de rechtbank Utrecht op 2 januari 2007.