ECLI:NL:RBUTR:2006:AX1353
Rechtbank Utrecht
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- H.J.H. van Meegen
- S. Meurs
- Rechtspraak.nl
Bijzondere bijstand voor chronisch zieken en de redelijke beleidsopvatting van de gemeente Utrecht
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Utrecht op 11 mei 2006 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van een geschil over bijzondere bijstand voor chronisch zieken. Eiseres, een chronisch patiënt, had bezwaar gemaakt tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht, waarin haar aanvraag voor bijzondere bijstand voor chronische nierpatiënten was afgewezen. De gemeente stelde dat eiseres geen nierpatiënt is en dat zij daarom niet in aanmerking komt voor de forfaitaire vergoeding die specifiek voor deze groep is vastgesteld.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen uiteengezet dat op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een voorlopige voorziening kan worden getroffen indien onverwijlde spoed dat vereist. Echter, in dit geval was het treffen van een voorlopige voorziening niet noodzakelijk, gezien de beslissing in de hoofdzaak. De rechter heeft verder vastgesteld dat het beleid van de gemeente, dat is gebaseerd op de specifieke kosten die nierpatiënten maken, niet in strijd is met een redelijke beleidsopvatting. Eiseres had aangevoerd dat zij, als chronisch patiënt, ook recht had op een vergelijkbare vergoeding, maar de voorzieningenrechter oordeelde dat er geen sprake was van gelijke gevallen, gezien de verschillen in ziekte en bijbehorende kosten.
De rechter concludeerde dat de gemeente zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat eiseres geen recht had op de forfaitaire vergoeding voor nierpatiënten, en dat zij een gerichte aanvraag voor individuele vergoedingen had moeten indienen. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard en het verzoek om voorlopige voorziening werd afgewezen. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige afweging van beleidsregels en individuele gevallen in het bestuursrecht.