ECLI:NL:RBUTR:2004:AR5162
Rechtbank Utrecht
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- T. Dompeling
- A. Heijboer
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening en hoofdzaak inzake handhaving bouwvergunning gemeente Rhenen
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Utrecht op 4 november 2004 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, wonende te Rhenen, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rhenen. Eiser had een verzoek ingediend om een voorlopige voorziening in te stellen tegen een besluit van 10 augustus 2004, waarbij zijn bezwaar tegen een eerder besluit van 4 november 2003 ongegrond was verklaard. Dit eerdere besluit verplichtte eiser om een zonder bouwvergunning opgericht dierenverblijf voor 1 januari 2004 te verwijderen, met een dreiging van een dwangsom van € 500,- per maand tot een maximum van € 3.000,-.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de argumenten van eiser in een eerdere uitspraak, waartegen geen hoger beroep is ingesteld, uitdrukkelijk zijn verworpen. Hierdoor moest de voorzieningenrechter uitgaan van de juistheid van het eerder gegeven oordeel over de beroepsgronden van eiser. Eiser had zich beroepen op het gelijkheidsbeginsel, maar de voorzieningenrechter oordeelde dat de bouwwerken waar eiser naar verwees, zich in een andere bestemmingscategorie bevonden, waardoor er geen sprake was van gelijke gevallen.
De voorzieningenrechter concludeerde dat het beroep op het gelijkheidsbeginsel faalde en dat de begunstigingstermijn voor het verwijderen van het dierenverblijf niet onredelijk kort was. Eiser had voldoende tijd om aan de aanschrijving te voldoen. De voorzieningenrechter verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om een voorlopige voorziening af. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 4 november 2004.