ECLI:NL:RBUTR:2001:AD6414
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige daad en schadevergoeding in sociale verzekeringszaken
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Utrecht op 14 november 2001, staat de eiseres, een eenmansbedrijf dat cursussen aanbiedt op het gebied van bedrijfshulpverlening en veiligheid, tegenover het Landelijk Instituut Sociale Verzekeringen (Lisv) en Cadans. De eiseres heeft een vordering ingesteld wegens onrechtmatig handelen van de BVG, de rechtsvoorganger van Cadans, die in 1996 had geoordeeld dat de instructeurs van eiseres verzekerd dienden te zijn voor werknemersverzekeringen. Eiseres stelt dat dit besluit onterecht was en heeft schade geleden door het verlies van opdrachten en extra kosten die zij heeft moeten maken in de bezwaarfase.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het Lisv onrechtmatig heeft gehandeld door de eiseres als werkgever aan te merken van de instructeurs, zonder een deugdelijk onderzoek te hebben verricht. De rechtbank oordeelt dat de eiseres ontvankelijk is in haar vordering, ondanks dat het besluit van 12 mei 1999 formele rechtskracht heeft gekregen. De rechtbank erkent dat de eiseres schade heeft geleden door het onrechtmatige besluit en dat het Lisv aansprakelijk is voor deze schade.
De rechtbank heeft een deel van de vordering toegewezen, namelijk de kosten van de bezwaarfase, en heeft de zaak aangehouden voor verdere beoordeling van de overige schadeposten. De eiseres heeft ook vorderingen ingediend voor immateriële schadevergoeding, maar deze zijn nog niet beoordeeld. De rechtbank heeft de zaak naar de rolzitting verwezen voor verdere behandeling van de schadeposten en de vorderingen van eiseres.