ECLI:NL:RBSHE:2012:BX3689

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
18 juli 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
245885/FT-RK 12.694
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling niet-ontvankelijk verklaard

In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 18 juli 2012 uitspraak gedaan in een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling, ingediend door een verzoeker. De rechtbank heeft het verzoek niet-ontvankelijk verklaard op grond van artikel 285 lid 1 sub a en f van de Faillissementswet (Fw). De rechtbank constateerde dat er tussen de verzoeker en zijn partner geen gemeenschap van goederen bestond, waardoor zij ieder over een individuele schuldenlast beschikten. Het ingediende verzoekschrift bevatte echter slechts één gezamenlijke schuldenlijst, wat de beoordeling bemoeilijkte. De rechtbank merkte op dat er geen adequate reactie was gekomen op het verzoek om uitsplitsing van de schuldenlijst, waardoor het onmogelijk was om te bepalen voor welke schulden de verzoeker daadwerkelijk aansprakelijk was.

Daarnaast stelde de rechtbank vast dat er voorafgaand aan het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling geen deugdelijke poging was ondernomen om tot een buitenrechtelijke schuldregeling te komen. De verzoeker diende eerst de mogelijkheid van een minnelijk traject te onderzoeken voordat hij gebruik kon maken van de wettelijke schuldsaneringsregeling. De rechtbank benadrukte dat een succesvolle schuldsaneringsregeling alleen mogelijk is bij een stabiele financiële situatie. Daarom werd de verzoeker niet ontvankelijk verklaard.

Ten overvloede merkte de rechtbank op dat, zelfs als de verzoeker ontvankelijk zou zijn geweest, er gronden aanwezig waren om het verzoek af te wijzen. De schuldenlijst kwam niet overeen met de rapportage van de gemeente, wat leidde tot onzekerheid over de werkelijke schuldenlast van de verzoeker. Deze onzekerheid, in combinatie met de niet adequaat uitgesplitste schuldenlijst, maakte het voor de rechtbank vrijwel onmogelijk om het verzoekschrift te toetsen aan de wettelijke vereisten. De rechtbank besloot uiteindelijk om de verzoeker niet-ontvankelijk te verklaren in zijn verzoek.

Uitspraak

RECHTBANK ‘s-HERTOGENBOSCH
Sector civiel recht
Rekestnummer : 245885/FT-RK 12.694
Niet- ontvankelijkverklaring
In de zaak van:
[verzoeker]
[woonplaats]
is op 11 april 2012 een verzoekschrift ingediend tot toepassing van schuldsaneringsregeling als bedoeld in artikel 284 juncto 285 Faillissementswet (Fw).
Ingevolge artikel 285 lid 1 sub a Fw, dient in het verzoekschrift of een daarbij te voegen bijlage te worden opgenomen een staat van baten en schulden in de zin van artikel 96 Fw.
De rechtbank heeft geconstateerd dat er tussen verzoeker en zijn partner [X] geen sprake is van een gemeenschap van goederen. Hieruit volgt dat zij ieder over een individuele schuldenlast beschikken. Het ingediende verzoekschrift bevat echter slechts één gezamenlijke schuldenlijst. Op het verzoek om uitsplitsing van de schuldenlijst heeft noch verzoeker, noch de kredietbank adequaat gereageerd. Verzoeker heeft de rechtbank weliswaar voorzien van een aanvullende stapel rekeningen en aanmaningen, hieruit kan de rechtbank echter onmogelijk destilleren voor welke schulden verzoeker daadwerkelijk kan worden aangesproken.
Ingevolge artikel 285 lid 1 sub f Fw, dient in het verzoekschrift of een daarbij te voegen bijlage, te worden opgenomen een met redenen omklede verklaring waaruit blijkt dat er geen reële mogelijkheid bestaat om te komen tot een buitengerechtelijke schuldregeling. In de bij bovengenoemd verzoekschrift gevoegde verklaring wordt door de kredietbank echter volstaan met de mededeling dat het minnelijke traject niet is gestart omdat hiervoor geen draagkracht zou zijn. De rechtbank merkt op dat zonder een verklaring dat de schuldenaar tevergeefs pogingen heeft ondernomen om met zijn schuldeisers tot een minnelijk vergelijk te komen de schuldsaneringsregeling niet van toepassing kan worden verklaard (kamerstukken II, vergaderjaar 1997/1998, 25672 nr 3).
De rechtbank stelt vast dat voorafgaand aan het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling geen deugdelijke poging is ondernomen om te komen tot een buitenrechtelijke schuldregeling. Verzoeker dient eerst de mogelijkheid van een minnelijk traject te onderzoeken voordat hij gebruik kan maken van de wettelijke schuldsaneringsregeling. Dat de financiële situatie volgens de kredietbank niet stabiel is te krijgen doet daar niet aan af. De rechtbank merkt nog op dat in het belang van verzoeker is zijn financiële situatie te stabiliseren alvorens hij een verzoek tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling indient. Het succesvol doorlopen van een wettelijke schuldsaneringsregeling is immers alleen mogelijk wanneer er sprake is van een stabiele financiële situatie. De rechtbank verklaart verzoeker derhalve niet ontvankelijk op grond van artikel 285 lid 1 sub a en f Fw.
Ten overvloede merkt de rechtbank op dat indien verzoeker wel ontvankelijk zou zijn geweest in zijn verzoek de rechtbank gronden aanwezig acht zijn verzoek af te wijzen. De rechtbank heeft geconstateerd dat de schuldenlijst niet (volledig) overeenstemt met het verhaal in de rapportage van de gemeente. Volgens de rapportage zou er sprake zijn van een schuld van circa € 13.000, - aan de fiscus, terwijl de schuldenlijst slechts melding maakt van een schuld van € 204, -. De aangeleverde bijlagen ondersteunen overigens geen van beide schuldbedragen. Deze onzekerheid gecombineerd met de niet adequaat uitgesplitste schuldenlijst maakt het voor de rechtbank vrijwel onmogelijk het onderhavige verzoekschrift te toetsten op de wettelijke vereisten.
Beschikkende
De rechtbank:
- verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek.
Gewezen door mr. P.P.M. van der Burgt en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 18 juli 2012 in tegenwoordigheid van de griffier .