ECLI:NL:RBSHE:2012:BU9994
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Beroepsziekte van politiefunctionaris en beoordeling van werkomstandigheden
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Hertogenbosch op 3 januari 2012 uitspraak gedaan in een geschil tussen een politiefunctionaris (eiseres) en haar werkgever (verweerder) over de erkenning van haar posttraumatische stress-stoornis (PTSS) als beroepsziekte. Eiseres had aangevoerd dat haar werkomstandigheden abnormaal of excessief waren, wat zou rechtvaardigen dat haar ziekte als beroepsziekte werd erkend. De rechtbank oordeelde echter dat eiseres onvoldoende bewijs had geleverd om haar stelling te onderbouwen. Ze had geen medische stukken overgelegd die haar onvermogen om de omstandigheden te beschrijven onderbouwden en had ook andere mogelijkheden om informatie te verschaffen niet benut, zoals het opvragen van medische rapporten of het inschakelen van een vertrouwenspersoon.
De rechtbank benadrukte dat de beoordeling van de werkomstandigheden een juridische kwalificatie is en geen medische vraag. Eiseres had weliswaar verschillende ingrijpende gebeurtenissen meegemaakt, maar dit op zichzelf was niet voldoende om te concluderen dat haar werkomstandigheden buitensporig waren. De rechtbank volgde de jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep, die stelt dat voor de erkenning van een beroepsziekte de omstandigheden objectief moeten worden beoordeeld.
Uiteindelijk kwam de rechtbank tot de conclusie dat de ziekte van eiseres niet kon worden aangemerkt als beroepsziekte volgens de relevante wetgeving. Dit leidde tot de beslissing om het beroep van eiseres ongegrond te verklaren, zonder dat er aanleiding was om proceskosten of griffierecht te vergoeden. De uitspraak biedt inzicht in de strikte eisen die worden gesteld aan de onderbouwing van claims van beroepsziekten binnen de politie en de rol van objectieve beoordeling van werkomstandigheden.