ECLI:NL:RBSHE:2011:BP7974
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - meervoudig
- P.H.C.M. Schoemaker
- W.C.E. Winfield
- J.H.G. van den Broek
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen de hoogte van de tegemoetkoming in schade aan bospeen na eerdere uitspraak
In deze zaak gaat het om een beroep van eiseres tegen de hoogte van de tegemoetkoming die is toegekend voor schade aan een perceel bospeen, veroorzaakt door dassen en reeën. De rechtbank 's-Hertogenbosch heeft op 9 maart 2011 uitspraak gedaan in deze kwestie. Eiseres had eerder bezwaar gemaakt tegen een besluit van het Faunafonds, dat op 8 mei 2006 een tegemoetkoming van € 3.988,00 had vastgesteld. Na een reeks van procedures, waaronder een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, heeft verweerder in een nieuw besluit de hoogte van de tegemoetkoming verhoogd naar € 37.651,20. Eiseres stelt echter recht te hebben op een bedrag van € 163.886,00.
De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat de prijs per bos bospeen en het aantal bossen per hectare de kern van het geschil vormen. Verweerder hanteerde een prijs van € 0,34 per bos, terwijl eiseres een prijs van € 0,68 per bos voorstelt. De rechtbank heeft geoordeeld dat verweerder in redelijkheid de KWIN-prijs van € 0,34 mocht hanteren, aangezien eerdere uitspraken dit punt al hadden verworpen. Wat betreft het aantal bossen bospeen per hectare, heeft de rechtbank geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs was om te stellen dat verweerder niet mocht uitgaan van 35.000 bossen per hectare, zoals in eerdere taxatierapporten was vastgesteld.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van eiseres ongegrond verklaard, wat betekent dat de hoogte van de tegemoetkoming zoals vastgesteld door verweerder in stand blijft. De rechtbank heeft geen termen gezien om een proceskostenveroordeling uit te spreken of het griffierecht te vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 9 maart 2011.