ECLI:NL:RBSHE:2010:BN2977

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
9 juli 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
Awb 09 / 1060
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Disciplinaire maatregel van berisping niet gerechtvaardigd wegens gebrek aan plichtsverzuim

In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 9 juli 2010 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en het dagelijks bestuur van Optimisd, Intergemeentelijke Sociale Dienst. Eiseres had beroep ingesteld tegen een besluit van verweerder, waarbij haar een disciplinaire straf van een schriftelijke berisping was opgelegd. Dit besluit was gebaseerd op het standpunt van verweerder dat eiseres haar re-integratie had belemmerd door niet op een afspraak met de bedrijfsarts te verschijnen zonder zich tijdig af te melden. Eiseres betwistte echter dat er sprake was van plichtsverzuim en stelde dat zij verschillende pogingen had ondernomen om de afspraak te verzetten.

De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres op 26 september 2008 een afspraak had met de bedrijfsarts, maar dat zij deze afspraak had willen verzetten. De rechtbank heeft in haar overwegingen gekeken naar de communicatie tussen eiseres en haar leidinggevende, alsook naar de uitnodiging die eiseres had ontvangen. De rechtbank concludeerde dat eiseres in overeenstemming met de voorwaarden in de uitnodiging had gehandeld en dat er geen sprake was van plichtsverzuim.

Daarom heeft de rechtbank het bestreden besluit vernietigd en de disciplinaire maatregel van berisping opgeheven. Tevens is bepaald dat verweerder het door eiseres gestorte griffierecht van € 150,00 dient te vergoeden en dat verweerder in de proceskosten van eiseres wordt veroordeeld tot een bedrag van € 966,00. Het verzoek tot schadevergoeding werd afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK ’s-HERTOGENBOSCH
Sector bestuursrecht
Zaaknummer: AWB 09/1060
Uitspraak van de meervoudige kamer van 9 juli 2010
inzake
[eiseres],
te Erp,
eiseres,
[gemachtigde],
tegen
het dagelijks bestuur van Optimisd, Intergemeentelijke Sociale Dienst,
te Veghel,
verweerder,
[gemachtigde].
Procesverloop
Bij besluit van 5 november 2008 heeft verweerder eiseres de disciplinaire straf van een schriftelijke berisping opgelegd.
Het hiertegen door eiseres gemaakte bezwaar is door verweerder bij besluit van 25 februari 2009 ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen dit besluit beroep ingesteld.
De zaak is behandeld op de zitting van 25 juni 2010, waar eiseres is verschenen in persoon, bijgestaan door haar gemachtigde. Verweerder is verschenen bij gemachtigde en
[drs.].
Overwegingen
1. Aan de orde is de vraag of verweerder in redelijkheid de disciplinaire straf van een schriftelijke berisping aan eiseres heeft kunnen opleggen.
2. De rechtbank gaat uit van de volgende feiten en omstandigheden. Voor eiseres stond op vrijdag 26 september 2008 een afspraak gepland met een bedrijfsarts. Bij brief van 29 september 2008 heeft [bedrijfsarts] verweerder bericht dat eiseres zonder berichtgeving niet op deze afspraak is verschenen of zich te laat heeft afgemeld.
3. Verweerder heeft zich op het standpunt gesteld dat eiseres, door geen gevolg te geven aan de afspraak op 26 september 2008 en door zich niet formeel af te melden, haar re-integratie heeft belemmerd. Dit moet als plichtsverzuim worden aangemerkt. Het gedrag van eiseres is ook verwijtbaar. Verweerder acht het gerechtvaardigd de disciplinaire maatregel van een schriftelijke berisping op te leggen.
4. Eiseres is van mening dat geen sprake is geweest van plichtsverzuim. Zij heeft haar best gedaan om de afspraak van 26 september 2008 te verzetten. Het feit dat zij één keer een afspraak heeft willen verzetten, wat is uitgelopen op een waar drama, vindt zij niet in verhouding staan tot de berisping die haar is opgelegd.
5. De rechtbank overweegt als volgt.
6. Blijkens het advies van de bezwarencommissie personele aangelegenheden van verweerders organisatie (hierna: bezwarencommissie) van 30 januari 2009, op welk advies het bestreden besluit is gebaseerd, is door de bezwarencommissie een blanco uitnodiging ontvangen die, naar de bezwarencommissie heeft aangenomen, ook aan eiseres is gestuurd om haar uit te nodigen voor het spreekuur op 26 september 2008. De rechtbank heeft verweerder verzocht ook haar deze blanco uitnodiging te doen toekomen. Bij fax van 17 juni 2010 heeft verweerder de rechtbank een blanco uitnodigingsbrief van de Arbo Unie doen toekomen, waarin is gesteld: “Verzetten van deze afspraak is uitsluitend mogelijk in zeer bijzondere gevallen en na overleg met uw werkgever”. In bovengenoemd advies is echter aangegeven dat in de blanco uitnodigingsbrief is vermeld: ”Bent u inmiddels volledig aan het werk (in uw eigen werk) of kunt u niet komen, wilt u dan de afspraak tenminste 48 uur van te voren afzeggen of verzetten. Dat bespaart uw werkgever misschien onnodige kosten.” De rechtbank stelt vast dat deze brieven niet overeen komen.
7. Zoals ter zitting is gebleken, is het door verweerder in de beroepsprocedure overgelegde verzuimprotocol Optimisd eerst in 2009 in werking getreden, derhalve ruim na de litigieuze afspraak op 26 september 2008. De door verweerder op 17 juni 2010 overgelegde blanco uitnodiging spreekuur van de Arbo Unie zal wellicht naar aanleiding van dit protocol zijn gewijzigd.
8. Ter zitting is onduidelijk gebleven of rond september 2008 een verzuimprotocol gold en, zo ja, wat de inhoud daarvan was en of eiseres daartoe toegang had. De rechtbank kan dit echter in het midden laten. Zij zal ervan uitgaan dat aan eiseres een brief met de tekst zoals die in het advies van de bezwarencommissie is aangehaald, is toegezonden om haar uit te nodigen voor het spreekuur op 26 september 2008. Dat betekent dat het eiseres was toegestaan een afspraak met de bedrijfsarts af te zeggen of te verzetten, mits dit 48 uur van te voren werd gedaan. Van andere voorwaarden waaraan een afzegging of verzetting zou moeten voldoen ten tijde hier in geding, is de rechtbank niet gebleken.
9. Uit de e-mail van eiseres aan haar [leidinggevende], op 16 september 2008 blijkt dat eiseres die dag telefonisch contact heeft gehad met de Arbo Unie om de afspraak van 26 september 2008 te verzetten. Zowel in haar e-mail van 16 september 2008 als in haar e-mail van 18 september 2008 aan haar leidinggevende heeft eiseres aangegeven waarom zij de afspraak van 26 september 2008 wenst te verzetten. Haar leidinggevende heeft per e-mail van 18 september 2008 eiseres geantwoord dat de afspraak in overleg met elkaar dient te worden vastgesteld. Bij brief van 23 september 2008 heeft eiseres ook de heer [drs.] op de hoogte gebracht van haar pogingen de afspraak van 26 september 2008 bij de bedrijfsarts te verzetten.
10. Gelet op al deze acties van eiseres om de voor haar geplande afspraak van 26 september 2008 te verzetten heeft eiseres naar het oordeel van de rechtbank in overeenstemming met de hierboven aangehaalde passage in de aan haar toegezonden uitnodigingsbrief gehandeld en is hier geen sprake van plichtsverzuim. Voor de opgelegde disciplinaire maatregel van berisping was dan ook geen grond. Het bestreden besluit kan derhalve geen stand houden. De rechtbank zal het besluit vernietigen. Nu de overwegingen van de rechtbank tot geen andere conclusie kunnen leiden dan dat verweerder geen disciplinaire maatregel kan opleggen, zal de rechtbank, met toepassing van artikel 8:72, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), zelf in de zaak voorzien en het primaire besluit herroepen, voor zover daarin aan eiseres de disciplinaire straf van een schriftelijke berisping is opgelegd.
11. De rechtbank acht termen aanwezig verweerder te veroordelen in de door eiseres gemaakte proceskosten. Deze kosten zijn met inachtneming van het Besluit proceskosten bestuursrecht en de daarbij behorende bijlage begroot op in totaal € 966,00 voor kosten van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand:
• 1 punt voor het indienen van een (aanvullend) bezwaarschrift;
• 1 punt voor het indienen van een (aanvullend) beroepschrift;
• 1 punt voor het verschijnen ter zitting;
• waarde per punt € 322,00
• wegingsfactor 1.
12. Tevens zal de rechtbank bepalen dat verweerder aan eiseres het door haar gestorte griffierecht ten bedrage van € 150,00 dient te vergoeden. De rechtbank wijst het niet nader onderbouwde verzoek tot schadevergoeding ingevolge artikel 8:73 van de Awb af..
13. Beslist wordt als volgt.
Beslissing
De rechtbank,
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- herroept het primaire besluit voor zover daarin aan eiseres de disciplinaire straf van een schriftelijke berisping is opgelegd;
- bepaalt dat haar uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde besluit;
- bepaalt dat verweerder aan eiseres het door haar gestorte griffierecht dient te vergoeden ten bedrage van € 150,00;
- veroordeelt verweerder in de door eiseres gemaakte proceskosten vastgesteld op € 966,00;
- wijst het verzoek tot schadevergoeding af.
Aldus gedaan door mr. J.H.L.M. Snijders als voorzitter en mr. Y.S. Klerk en mr. A. Horst als leden in tegenwoordigheid van mr. P.A.M. Laro als griffier en in het openbaar uitgesproken op 9 .