ECLI:NL:RBSHE:2010:BM7586
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om planschadevergoeding vanwege voorzienbaarheid van de planologische verslechtering
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 23 april 2010 uitspraak gedaan in een geschil over de afwijzing van een verzoek om planschadevergoeding. Eiser, eigenaar van een perceel te Helvoirt, had een verzoek ingediend bij verweerder, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haaren, om schadevergoeding op grond van artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO). Dit verzoek werd afgewezen bij besluit van 10 januari 2008, waarop eiser beroep instelde. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder tekort is geschoten in het geven van duidelijkheid over de planologische situatie, waardoor eiser niet kon worden tegengeworpen dat hij de situatie had moeten begrijpen zoals verweerder wellicht bedoeld had. De rechtbank oordeelde dat de afwijzing van het verzoek om planschadevergoeding niet kon worden gedragen door de motivering die verweerder had gegeven.
De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen, waaronder eerdere bouwvergunningen en de wijziging van het planologisch regime. Eiser had in 1999 het perceel gekocht, waarop eerder bouwvergunningen waren verleend voor een woning en een aanbouw. De rechtbank concludeerde dat er sprake was van planologisch nadeel voor eiser, aangezien het vrijstellingsbesluit de bouw van een zelfstandige woning mogelijk maakte, wat niet was toegestaan onder het oude bestemmingsplan. Verweerder had niet kunnen aantonen dat dit nadeel ten tijde van de koop voorzienbaar was voor eiser.
De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en verweerder opgedragen een nieuw besluit te nemen met inachtneming van de uitspraak. Tevens is verweerder veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van eiser, die zijn vastgesteld op € 644,00. Deze uitspraak benadrukt het belang van duidelijke communicatie van de planologische situatie door de overheid en de bescherming van de belangen van burgers in het kader van planschade.