ECLI:NL:RBSHE:2010:BL6833
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot stiefouderadoptie wegens onvoldoende bewijs van gezag vader
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 9 maart 2010 uitspraak gedaan in een verzoek tot stiefouderadoptie. De verzoeker, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.F.J. Martens, heeft verzocht om adoptie van een minderjarig kind. De moeder van het kind steunde het verzoek, terwijl de vader, die in Oekraïne woont, niet aanwezig was. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vader niet of niet langer het gezag over het kind heeft, maar de verzoeker heeft onvoldoende bewijs geleverd om dit te onderbouwen. De rechtbank heeft de relevante artikelen uit het Burgerlijk Wetboek (BW) in overweging genomen, met name artikel 1:228, dat stelt dat de echtgenoot van de ouder het kind kan adopteren, mits deze ouder belast is met het gezag over de minderjarige.
De rechtbank heeft ook gekeken naar de documenten die door de advocaat van de man zijn overgelegd, waaronder een verklaring van de vader die door een notaris is gelegaliseerd. De rechtbank concludeert dat uit deze documenten niet blijkt dat de vader zijn gezag heeft prijsgegeven door toestemming te geven voor de adoptie. Aangezien niet is aangetoond dat de vader geen gezag meer heeft, is niet voldaan aan de wettelijke vereisten voor adoptie. De rechtbank heeft daarom het verzoek tot stiefouderadoptie afgewezen.
De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier. Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch, binnen drie maanden na de uitspraak.