ECLI:NL:RBSHE:2009:BH3289

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
11 februari 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
AWB 07/45
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging aanslag baatbelasting wegens gebrek aan wettelijke grondslag

In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 11 februari 2009 uitspraak gedaan in een geschil over de aanslag baatbelasting die aan eiseres was opgelegd. De aanslag, ter hoogte van € 9.758,15, was opgelegd in het kader van de herziening van het winkelgebied [winkelgebied]. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen deze aanslag, maar de uitspraak van verweerder op dit bezwaar was negatief. De rechtbank heeft de zaak behandeld tijdens een zitting op 11 februari 2009, waar eiseres werd vertegenwoordigd door haar gemachtigde en een vertegenwoordiger. Namens verweerder waren ook enkele ambtenaren aanwezig.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de verordening op de heffing en invordering van de baatbelasting, die op 20 juni 2006 door de Raad van de gemeente [gemeente] was vastgesteld, pas op 6 juli 2006 in werking is getreden. De aanslag was gedateerd op 1 juli 2006, wat betekent dat deze was opgelegd voordat de verordening verbindend was geworden. Hierdoor ontbeert de aanslag een wettelijke grondslag. De rechtbank heeft daarom het beroep van eiseres gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd en de aanslag vernietigd.

Daarnaast heeft de rechtbank verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres, die zijn vastgesteld op € 322,--, en heeft verweerder gelast het door eiseres betaalde griffierecht van € 281,-- te vergoeden. De rechtbank heeft partijen geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het Hof 's-Hertogenbosch of beroep in cassatie bij de Hoge Raad der Nederlanden, mits de wederpartij daarmee schriftelijk instemt. De uitspraak is op 11 februari 2009 gedaan en het proces-verbaal is aangetekend verzonden aan de betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH
Sector bestuursrecht, meervoudige belastingkamer
Procedurenummer: AWB 07/45
Uitspraakdatum: 11 februari 2009
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen
[eiseres], gevestigd te [plaats],
eiseres,
gemachtigde [gemachtigde],
en
de heffingsambtenaar van de gemeente [gemeente], verweerder.
Zitting hebben:
mr. D.J. de Lange, voorzitter;
mr. W.C.E. Winfield, lid;
mr. J.P.M. Kooijmans, lid;
mr. E.A. Vermunt, griffier.
De bestreden uitspraak op bezwaar
De uitspraak van verweerder van 27 november 2006 op het bezwaar van eiseres tegen de eiseres opgelegde aanslag baatbelasting ter hoogte van € 9.758,15 (of jaarlijks € 1.203,09, gedurende tien jaren), in verband met de herziening van het winkelgebied [winkelgebied].
Zitting
De zaak is behandeld ter zitting van 11 februari 2009. Eiseres heeft zich ter zitting doen vertegenwoordigen door [vertegenwoordiger eiseres] en haar gemachtigde. Namens verweerder zijn [...], [...] en [...] verschenen.
De rechtbank heeft vervolgens het onderzoek gesloten en aansluitend ter zitting mondeling uitspraak gedaan.
1. Beslissing
De rechtbank heeft:
- het beroep gegrond verklaard;
- de uitspraak op bezwaar vernietigd;
- de aanslag vernietigd;
- verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres ten bedrage van € 322,-- (voor het verschijnen ter zitting), te vergoeden door verweerders gemeente;
- verweerders gemeente gelast eiseres het door haar betaalde griffierecht ten bedrage van € 281,-- te vergoeden.
2. Overwegingen
Op 20 juni 2006 heeft de Raad van de gemeente [gemeente] de Verordening op de heffing en invordering van de baatbelasting herziening winkelgebied [winkelgebied] vastgesteld.
Deze verordening is op 28 juni 2006 in de [...] gepubliceerd.
Op grond van artikel 14, eerste lid, van de verordening treedt deze verordening in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking. In concreto betekent dit dat de verordening met ingang van 6 juli 2006 in werking is getreden.
De aanslag heeft als dagtekening 1 juli 2006 en is derhalve opgelegd voordat de verordening verbindend is geworden.
De aanslag ontbeert dan ook een wettelijke grondslag.
Het beroep is reeds hierom ongegrond. De bestreden uitspraak op bezwaar en de aanslag dienen te worden vernietigd.
De rechtbank ziet aanleiding om verweerder te veroordelen in de proceskosten. Deze worden, met inachtneming van het Besluit proceskosten bestuursrecht en de daarbij behorende bijlage, voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand, begroot op in totaal € 322,--, op grond van de volgende uitgangspunten:
- 1 punt voor het verschijnen ter zitting;
- waarde per punt € 322,--;
- wegingsfactor 1.
Tevens ziet de rechtbank aanleiding om verweerders gemeente te gelasten eiseres het door haar betaalde griffierecht te vergoeden.
Ten slotte heeft de rechtbank er melding van gemaakt dat partijen binnen zes weken na de datum van verzending van het proces-verbaal van deze uitspraak, tegen de uitspraak:
- hoger beroep kunnen instellen bij het Hof ’s-Hertogenbosch (belastingkamer), Postbus 70583, 5201 CZ, ’s-Hertogenbosch, dan wel
- beroep in cassatie kunnen instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), Postbus 20303, 2500 EH, ’s-Gravenhage, mits de wederpartij daarmee schriftelijk instemt.
Waarvan is opgemaakt proces-verbaal
de griffier de voorzitter
mr. E.A. Vermunt mr. D.J. de Lange
Afschrift aangetekend
verzonden aan partijen op: