ECLI:NL:RBSHE:2008:BD5315
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Gelijke behandeling van FPU-plussers en FPU-ers bij indexatie en eindejaarsuitkering
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 2 juni 2008 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een voormalig ambtenaar van het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM), en de Minister van VROM. Eiser had met ingang van 1 december 2005 eervol ontslag gekregen en was in aanmerking gekomen voor de FPU-plusregeling, die hem een suppletie tot 70% van de FPU-berekeningsgrondslag gedurende 8 jaar en pensioencompensatie van 50% tot zijn 62e jaar bood. De rechtbank diende te beoordelen of eiser recht had op indexatie van zijn FPU-plusuitkering en een eindejaarsuitkering, zoals dat voor actieve ambtenaren gold.
De rechtbank oordeelde dat eiser als FPU-plusser gelijk behandeld diende te worden als een FPU-er met betrekking tot de indexatie van zijn uitkering. Echter, de rechtbank stelde vast dat er geen recht bestond op een eindejaarsuitkering voor FPU-plussers. De rechtbank concludeerde dat de brief van verweerder, waarin de gemaakte afspraken werden bevestigd, niet voldoende duidelijk was om te concluderen dat eiser recht had op een eindejaarsuitkering. De rechtbank oordeelde dat de informatie in het Informatieblad bij de berekening van een FPU-plus arrangement duidelijk maakte dat de eindejaarsuitkering alleen aan actieve ambtenaren werd uitgekeerd.
De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond, omdat hij geen recht had op de gevraagde uitkeringen. De rechtbank benadrukte dat de gemaakte afspraken en de inhoud van de cao bepalend waren voor de uitkering van de FPU-plus en dat er geen verwachtingen waren gewekt die door de verweerder gehonoreerd dienden te worden. De uitspraak biedt inzicht in de juridische interpretatie van ambtenarenrecht en de toepassing van gelijkheidsbeginselen in de context van pensioenregelingen.