ECLI:NL:RBSHE:2008:BD5221
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - meervoudig
- C.G.J.M. Peeters
- Y.S. Klerk
- J.H.L.M. Snijders
- Rechtspraak.nl
Weigering WW-uitkering wegens verwijtbare werkloosheid na ontslag als uitzendkracht
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 18 juni 2008 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, die als uitzendkracht werkzaam was, en het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). De eiser had een WW-uitkering aangevraagd na ontslag per 17 juli 2007, maar het Uwv weigerde deze uitkering op de grond dat hij verwijtbaar werkloos was. De rechtbank heeft vastgesteld dat de besluitvorming van het Uwv niet zorgvuldig was voorbereid en niet berustte op een deugdelijke motivering, zoals vereist in de artikelen 3:2 en 7:12 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank oordeelde dat het Uwv zich had gebaseerd op een telefoongesprek met de werkgever, zonder voldoende bewijs van de concrete gedragingen die tot het ontslag hadden geleid. Er was geen schriftelijke waarschuwing of documentatie over het ontslag aanwezig, en de rechtbank kon niet vaststellen hoe vaak en wanneer de eiser te laat was gekomen of niet was verschenen. De rechtbank verklaarde het beroep van de eiser gegrond, vernietigde het bestreden besluit en droeg het Uwv op om een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met de uitspraak. Tevens werd het Uwv veroordeeld in de proceskosten van de eiser, vastgesteld op € 644,00, en moest het griffierecht van € 39,00 worden vergoed. De rechtbank benadrukte dat haar oordeel niet betekende dat de eiser automatisch recht had op een WW-uitkering, maar dat het Uwv een gedegen onderzoek moest uitvoeren naar de feiten en omstandigheden rondom het ontslag.