ECLI:NL:RBSHE:2007:BB7375
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Geschil over kosten voor aanleg rioolaansluiting door gemeente en bevoegdheid bestuursrechter
In deze zaak gaat het om een geschil tussen eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Laarbeek over de kosten voor de aanleg van een rioolaansluiting. Eiser had op 18 oktober 2004 verzocht om zijn vuilwaterafvoerleiding aan te sluiten op het rioleringsnet van de gemeente. De gemeente verleende op 23 mei 2006 een aansluitvergunning, maar eiser maakte bezwaar tegen het uitblijven van een beslissing op zijn verzoek. Dit bezwaar werd ongegrond verklaard, waarbij de kosten van de aanleg op € 957,40 werden vastgesteld. Eiser ging in beroep bij de rechtbank, die op 4 juli 2007 de zaak verwees naar de rechtbank omdat de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State zich onbevoegd verklaarde.
De rechtbank oordeelde dat de kosten die aan eiser in rekening waren gebracht, moesten worden gezien als een tegenprestatie voor de aanleg van de perceelsaansluiting op het gemeentelijke riool. Dit geschil vloeit voort uit een overeenkomst naar burgerlijk recht, waardoor de bestuursrechter niet bevoegd is om van het geschil kennis te nemen. De rechtbank baseerde haar oordeel op artikel 1:3 juncto artikel 8:1 van de Algemene wet bestuursrecht, en concludeerde dat, hoewel er publiekrechtelijke regels van toepassing zijn, het privaatrechtelijke karakter van de overeenkomst prevaleert. De rechtbank verklaarde zich onbevoegd en bepaalde dat de vordering enkel bij de burgerlijke rechter kan worden ingesteld. Er werd geen veroordeling in proceskosten uitgesproken.