ECLI:NL:RBSHE:2007:BB6477

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
9 oktober 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
01/841107-07
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkeersongeval met zwaar lichamelijk letsel door roekeloos rijgedrag

In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 9 oktober 2007 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 6 mei 2007 betrokken was bij een verkeersongeval in 's-Hertogenbosch. De verdachte, als bestuurder van een motorrijtuig, heeft zich roekeloos en onvoorzichtig gedragen, wat heeft geleid tot een ongeval waarbij twee bromfietsers zwaar lichamelijk letsel hebben opgelopen. De tenlastelegging omvatte het niet verlenen van voorrang aan de bromfietser op een verkeersrotonde, wat resulteerde in een aanrijding. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding voldeed aan de wettelijke eisen en dat de rechtbank bevoegd was om van de zaak kennis te nemen. Tijdens de zitting zijn geen omstandigheden gebleken die de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg stonden. De rechtbank heeft op basis van de bewijsmiddelen de schuld van de verdachte wettig en overtuigend bewezen geacht. De verdachte is veroordeeld tot een werkstraf van 80 uur en een voorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 9 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van het feit en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier en is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 25 september 2007.

Uitspraak

verkort vonnis
RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH
Sector Strafrecht
Parketnummer: 01/841107-07
Datum uitspraak: 09 oktober 2007
Verkort vonnis van de rechtbank ’s-Hertogenbosch, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte]
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1979,
wonende te [adres]
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 25 september 2007.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.
De tenlastelegging.
De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 7 september 2007.
Aan verdachte is, met inachtneming van de wijziging tenlastelegging, tenlastegelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 06 mei 2007 te 's-Hertogenbosch als verkeersdeelnemer,
namelijk als bestuurder van een motorrijtuig, daarmede rijdende over de weg, de Rompertsebaan en/of Sint Teunislaan zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door roekeloos, in elk geval zeer,
althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend,
te handelen als volgt:
verdachte is, rijdende op de Rompertsebaan en/of de Sint Teunislaan en gekomen bij de verkeersrotonde van die Rompertsebaan en de Sint Theunislaan en/of de Klokkenlaan die
verkeersrotonde opgereden en/of (vervolgens) met onverminderde snelheid,
althans met onvoldoende teruggebrachte snelheid tot welke het weggebruik op
die verkeersrotonde kon worden overzien en/of zonder voldoende uit te kijken
en/of zonder voldoende aandacht aan andere weggebruikers te schenken,
rechtsaf geslagen - teneinde die verkeersrotonde te verlaten en/of zijn weg
te vervolgen op de Sint Theunislaan op een moment dat er zich op die
verkeersrotonde een bromfietser [sla[slachtoffer 1]] bevond en/of verdachte niet
heeft voldaan aan zijn verplichting voorrang te verlenen aan een op die
verkeersrotonde rijdende, althans zich bevindende bromfietser waardoor (een)
ander(en) (te weten de bestuurder van die bromfiets [slachtoffer] en/of de
passagier van die bromfiets [slachtoffer 2] zwaar lichamelijk letsel, te
weten een gecompliceerde scheenbeen en/of kuitbeen fractuur [slachtoffer 2] en/of
een beenbreuk ([slachtoffer 1]) of zodanig letsel werd toegebracht, dat daaruit
tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden
is ontstaan;
(artikel 6 Wegenverkeerswet 1994)
Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 06 mei 2007 te 's-Hertogenbosch als bestuurder van een
voertuig (personenauto), daarmee rijdende op de weg, Rompertsebaan en/of de Sint Teunislaan, heeft gehandeld als volgt:
te handelen als volgt:
Verdachte is, rijdende op de Rompertsebaan en/of de Sint Teunislaan en gekomen bij de verkeersrotonde van die Rompertsebaan en de Sint Theunislaan en/of de Klokkenlaan die
verkeersrotonde opgereden en/of (vervolgens) met onverminderde snelheid,
althans met onvoldoende teruggebrachte snelheid tot welke het weggebruik op
die verkeersrotonde kon worden overzien en/of zonder voldoende uit te kijken
en/of zonder voldoende aandacht aan andere weggebruikers te schenken,
rechtsaf geslagen - teneinde die verkeersrotonde te verlaten en/of zijn weg
te vervolgen op de Sint Theunislaan op een moment dat er zich op die
verkeersrotonde een bromfietser [slachtoffer] bevond en/of verdachte niet
heeft voldaan aan zijn verplichting voorrang te verlenen aan een op die
verkeersrotonde rijdende, althans zich bevindende bromfietser, door welke
gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon
worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon
worden gehinderd;
De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover
daaraan in de Wegenverkeerswet 1994 betekenis is gegeven, geacht in dezelfde
betekenis te zijn gebezigd;
(artikel 5 Wegenverkeerswet 1994)
Tengevolge van een kennelijke schrijffout in de tenlastelegging begaan, staat onder primair in de achtste en de veertiende en onder subsidiair in de zesde en twaalfde regel “Sint Theunislaan” vermeld in plaats van “Sint Teunislaan”. De rechtbank herstelt deze schrijffout en leest het laatste in plaats van het eerste. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.
De tenlastelegging is op vordering van de officier van justitie ter terechtzitting van 25 september 2007 gewijzigd. Van deze vordering is een kopie aan dit vonnis gehecht.
De geldigheid van de dagvaarding.
De dagvaarding voldoet aan alle wettelijke eisen.
De bevoegdheid van de rechtbank.
Krachtens de wettelijke bepalingen is de rechtbank bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen.
De ontvankelijkheid van de officier van justitie.
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen omstandigheden gebleken, die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan.
Schorsing der vervolging.
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen gronden voor schorsing der vervolging gebleken.
De bewezenverklaring.
De rechtbank acht, op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de bewijsmiddelen, wettig en overtuigend bewezen, dat verdachte:
op 6 mei 2007 te 's-Hertogenbosch als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig, daarmede rijdende over de weg, de Sint Teunislaan, zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend, te handelen als volgt:
verdachte is, rijdende op de Sint Teunislaan en gekomen bij de verkeersrotonde
van die Sint Teunislaan en de Klokkenlaan die verkeersrotonde opgereden en zonder voldoende uit te kijken en zonder voldoende aandacht aan andere weggebruikers te schenken, rechtsaf geslagen - teneinde die verkeersrotonde te verlaten en zijn weg te vervolgen op de Sint Teunislaan op een moment dat er zich op die verkeersrotonde een bromfietser [slachtoffer] bevond en verdachte niet heeft voldaan aan zijn verplichting voorrang te verlenen aan een op die verkeersrotonde rijdende, bromfietser waardoor anderen (te weten de bestuurder van die bromfiets [slachtoffer] en de passagier van die bromfiets [slachtoffer 2] zwaar lichamelijk letsel, te
weten een gecompliceerde scheenbeen en kuitbeen fractuur [slachtoffer 2] en
een beenbreuk ([slachtoffer 1]) werd toegebracht.
De bewijsmiddelen worden slechts gebezigd met betrekking tot het feit waarop zij in het bijzonder betrekking hebben.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
De kwalificatie.
Het bewezenverklaarde levert op het in de uitspraak vermelde strafbare feit.
De strafbaarheid.
Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van het feit of van de verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen te zijnen laste bewezen is verklaard.
Toepasselijke wetsartikelen.
De beslissing is gegrond op de artikelen:
Wetboek van Strafrecht art. 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d
Wegenverkeerswet 1994 art. 6, 175, 178, 179, 188
DE OVERWEGINGEN DIE TOT DE BESLISSING HEBBEN GELEID
De eis van de officier van justitie.
t.a.v. primair:
- een werkstraf voor de duur van 80 uren, subsidiair 40 dagen vervangende hechtenis;
- een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen (bromfietsen daaronder
begrepen) voor de duur van 9 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.
De op te leggen straf(fen) en/of maatregel(en).
Bij de beslissing over de straffen die aan verdachte dienen te worden opgelegd heeft de rechtbank gelet op:
a. de aard van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan,
b. de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
Bij de strafoplegging zal de rechtbank enerzijds in het bijzonder rekening houden met de volgende uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren gekomen omstandigheid ten bezware van verdachte:
- de ernst van het door verdachte gepleegde strafbare feit in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals tot uitdrukking komt in het wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
Bij de strafoplegging zal de rechtbank anderzijds in het bijzonder rekening houden met de volgende uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren gekomen omstandigheid die tot matiging van de straf heeft geleid:
- verdachte werd ter zake van strafbare feiten soortgelijk aan het door hem gepleegde strafbare feit niet eerder veroordeeld.
Met betrekking tot de op te leggen ontzegging van de rijbevoegdheid zal de rechtbank bepalen dat die straf niet zal worden tenuitvoergelegd, mits verdachte zich gedurende een hierna vast te stellen proeftijd aan de voorwaarde houdt dat hij zich niet aan een strafbaar feit zal schuldig maken. De rechtbank wil met een en ander enerzijds de ernst van het door verdachte gepleegde strafbare feit tot uitdrukking brengen en anderzijds door invloed uit te oefenen op het gedrag van de verdachte het door verdachte opnieuw plegen van een strafbaar feit tegengaan.
DE UITSPRAAK
Verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Het bewezenverklaarde levert op het misdrijf:
primair
Overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het een ongeval
betreft waardoor een ander lichamelijk letsel wordt toegebracht.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
BESLISSING:
T.a.v. primair:
Werkstraf voor de duur van 80 uren subsidiair 40 dagen hechtenis
T.a.v. primair:
Ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen (bromfietsen daaronder
begrepen) voor de duur van 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2
jaren
Dit vonnis is gewezen door:
mr. D. Bogaert, voorzitter,
mr N.M. Spelt en mr. C.F.E. van Olden-Smit, leden,
in tegenwoordigheid van J.J.A. Donkersloot, griffier,
en is uitgesproken op 9 oktober 2007
De griffier is buiten staat dit vonnis te ondertekenen.
6
Parketnummer: 01/841107-07
[verdachte]