ECLI:NL:RBSHE:2007:BB6475

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
9 oktober 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
01/845349-07
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdachte niet strafbaar, geplaatst in psychiatrisch ziekenhuis voor onder meer vrijheidsberoving en diefstal met geweld

In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 9 oktober 2007 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1987 en thans gedetineerd in P.I. Amsterdam. De verdachte was aangeklaagd voor diefstal van een Renault Megane, die vergezeld ging van geweld en bedreiging tegen een slachtoffer. De tenlastelegging omvatte ook de wederrechtelijke vrijheidsberoving van het slachtoffer en het verlaten van de plaats van een verkeersongeval. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding voldeed aan de wettelijke eisen en dat de rechtbank bevoegd was om van de zaak kennis te nemen. Tijdens het proces is gebleken dat de verdachte ten tijde van de feiten in een psychotische toestand verkeerde, zoals vastgesteld door twee gedragsdeskundigen. Dit leidde tot de conclusie dat de verdachte niet strafbaar was voor de tenlastegelegde feiten. De rechtbank heeft de verdachte ontslagen van alle rechtsvervolging en hem geplaatst in een psychiatrisch ziekenhuis voor de duur van één jaar. De vorderingen van de benadeelde partijen zijn gedeeltelijk toegewezen, waarbij de benadeelde partij in de vordering voor inkomensderving en kosten van een NS-jaarkaart niet-ontvankelijk werd verklaard. De rechtbank heeft de verdachte ook veroordeeld tot betaling van schadevergoeding aan het slachtoffer, inclusief materiële en immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente. De beslissing is gegrond op verschillende artikelen van het Wetboek van Strafrecht en de Wegenverkeerswet 1994.

Uitspraak

verkort vonnis
RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH
Sector Strafrecht
Parketnummer: 01/845349-07
Datum uitspraak: 09 oktober 2007
Verkort vonnis van de rechtbank ’s-Hertogenbosch, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1987,
wonende te [woonplaats], [adres],
thans gedetineerd te: P.I. Amsterdam, HvB Het Veer (FOBA).
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 25 september 2007.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.
De tenlastelegging.
De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 30 augustus 2007.
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 15 juni 2007 te 's-Hertogenbosch, althans in het
arrondissement 's-Hertogenbosch, in ieder geval in Nederland, met het oogmerk
van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een (personen)auto (Renault
Megane), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welke
diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of
bedreiging met geweld tegen [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die
diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of bij betrapping op
heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit
van het gestolene te verzekeren,
en/of
hij op of omstreeks 15 juni 2007 te 's-Hertogenbosch, althans in het
arrondissement 's-Hertogenbosch, in ieder geval in Nederland, met het oogmerk
om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of
bedreiging met geweld [slachtoffer] heeft gedwongen tot de afgifte van een
(personen)auto (Renault Megane), in elk geval van enig goed, geheel of ten
dele toebehorende aan [benadeelde partij], in elk geval aan een ander of anderen
dan aan verdachte,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte
- het portier aan de passagierskant van de auto waarin die [slachtoffer] zich bevond
heeft geopend en/of in die auto is gestapt en/of (daarbij)
- een vuurwapen, althans een voor af/bedreiging geschikt voorwerp op die [slachtoffer]
heeft gericht en/of gericht gehouden en/of
- die [slachtoffer] (dreigend) de woorden heeft toegevoegd: "Als je stopt of niet doet
wat ik zeg dan gebruik ik het" en/of "Doe je portier op slot", althans woorden
van gelijke dreigende aard of strekking en/of
- die [slachtoffer] heeft gedwongen te gaan rijden en/of
- die [slachtoffer] (dreigend) de woorden heeft toegevoegd (nadat zij had geweigerd
seks met hem te hebben): "Dan dwing/pak ik je en gooi ik je daarna uit de
auto", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
(artikel 312/317 Wetboek van Strafrecht)
2.
hij op of omstreeks 15 juni 2007 te 's-Hertogenbosch, in ieder geval in
Nederland, opzettelijk [slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft
beroofd en / of beroofd gehouden, door opzettelijk en wederrechtelijk te
handelen als volgt;
- hij heeft het portier aan de passagierskant van de auto waarin die [slachtoffer] zich
bevond geopend en/of is in die auto gestapt en/of
- hij heeft (daarbij) een vuurwapen, althans een voor af/bedreiging geschikt
voorwerp op die [slachtoffer] gericht en/of gericht gehouden en/of
- hij heeft die [slachtoffer] (dreigend) de woorden toegevoegd: "Als je stopt of niet
doet wat ik zeg dan gebruik ik het" en/of "Doe je portier op slot", althans
woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of
- hij heeft die [slachtoffer] gedwongen te gaan rijden en/of
- hij heeft die [slachtoffer] (dreigend) de woorden toegevoegd (nadat zij had geweigerd
seks met hem te hebben): "Dan dwing/pak ik je en gooi ik je daarna uit de
auto", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
(artikel 282 Wetboek van Strafrecht)
3.
hij op of omstreeks 15 juni 2007 te 's-Hertogenbosch als bestuurder van een
motorrijtuig betrokken bij een verkeersongeval of door wiens gedraging een
verkeersongeval was veroorzaakt op het Bossche Pad, de plaats van het ongeval
heeft verlaten, terwijl bij dat ongeval naar hij wist of redelijkerwijs moest
vermoeden aan een ander (te weten [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3]) letsel en/of
schade was toegebracht;
(artikel 7 Wegenverkeerswet 1994)
Tengevolge van een kennelijke schrijffout in de tenlastelegging onder feit 3 begaan staat in de derde regel het woord “het” Bossche Pad vermeld in plaats van “de” Bossche Pad. De rechtbank herstelt deze schrijffout en leest het laatste in plaats van het eerste. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.
De geldigheid van de dagvaarding.
De dagvaarding voldoet aan alle wettelijke eisen.
De bevoegdheid van de rechtbank.
Krachtens de wettelijke bepalingen is de rechtbank bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen.
De ontvankelijkheid van de officier van justitie.
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen omstandigheden gebleken, die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan.
Schorsing der vervolging.
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen gronden voor schorsing der vervolging gebleken.
De bewezenverklaring.
De rechtbank acht, op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de bewijsmiddelen, wettig en overtuigend bewezen, dat verdachte
1.
op 15 juni 2007 in het arrondissement 's-Hertogenbosch, met het oogmerk
van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een (personen)auto (Renault
Megane), toebehorende aan [benadeelde partij], welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken,
welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte
- het portier aan de passagierskant van de auto waarin die [slachtoffer] zich bevond
heeft geopend en in die auto is gestapt en daarbij
- een voor af/bedreiging geschikt voorwerp op die [slachtoffer]
heeft gericht en gericht gehouden en
- die [slachtoffer] (dreigend) de woorden heeft toegevoegd: "Als je stopt of niet doet
wat ik zeg dan gebruik ik het" en "Doe je portier op slot", en
- die [slachtoffer] heeft gedwongen te gaan rijden.
2.
op 15 juni 2007 in Nederland, opzettelijk [slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd door opzettelijk en wederrechtelijk te handelen als volgt;
- hij heeft het portier aan de passagierskant van de auto waarin die [slachtoffer] zich
bevond geopend en is in die auto gestapt en
- hij heeft (daarbij) een voor af/bedreiging geschikt voorwerp op die [slachtoffer] gericht en gericht gehouden en
- hij heeft die [slachtoffer] (dreigend) de woorden toegevoegd: "Als je stopt of niet
doet wat ik zeg dan gebruik ik het" en "Doe je portier op slot", en
- hij heeft die [slachtoffer] gedwongen te gaan rijden.
3.
op 15 juni 2007 te 's-Hertogenbosch als bestuurder van een
motorrijtuig betrokken bij een verkeersongeval of door wiens gedraging een
verkeersongeval was veroorzaakt op de Bossche Pad, de plaats van het ongeval
heeft verlaten, terwijl bij dat ongeval naar hij redelijkerwijs moest
vermoeden aan een ander (te weten [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3]) letsel en/of
schade was toegebracht;
De bewijsmiddelen worden slechts gebezigd met betrekking tot het feit waarop zij in het bijzonder betrekking hebben.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
De kwalificatie.
Het bewezenverklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten.
De strafbaarheid.
Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
Over de persoon van verdachte is door twee gedragsdeskundigen een rapportage opgemaakt. GZ-psycholoog drs. B.Y. van Toorn en dr. E.D.M. Masthoff, psychiater, komen in hun rapportage, uitgebracht op 13 september 2007 tot de conclusie dat het aannemelijk en waarschijnlijk is dat verdachte ten tijde van de tenlastegelegde feiten in een psychotische toestand verkeerde en dat hij daarom ter zake van die feiten volledig ontoerekeningsvatbaar moet worden geacht.
Deze conclusie is gebaseerd op het gegeven dat verdachte begin 2007 in een psychotische toestand verkeerde, dat hij blijkens zijn gedragingen na zijn aanhouding ter zake van de tenlastegelegde feiten eveneens een psychotisch toestandsbeeld liet zien en het feit dat ook thans volgens deze deskundigen sprake is van een floride psychose. Volgens genoemde deskundigen kan onder deze omstandigheden niet anders worden gesteld, dan dat verdachte tijdens het ten laste gelegde kwetsbaar was voor psychoticiteit en dat (zonder gebruik van antipsychotica door verdachte voorafgaande aan het tenlastegelegde) het aannemelijk is dat in de periode rondom en tijdens het tenlastegelegde sprake is geweest van een recidive van psychose.
De officier van justitie heeft ter zitting aangevoerd dat, nu uit de rapportage is vast komen te staan dat wegens de ziekelijke stoornis van de geestvermogens het tenlastegelegde niet aan verdachte kan worden toegerekend, verdachte dient te worden ontslagen van alle rechtsvervolging. De raadsman heeft zich met dit standpunt verenigd.
De rechtbank acht uit het onderzoek ter terechtzitting, hierbij mede in aanmerking genomen het hiervoor genoemde rapport van GZ-psycholoog drs. B.Y. van Toorn en dr. E.D.M. Masthoff, psychiater, aannemelijk geworden dat de door verdachte begane feiten hem wegens een ziekelijke stoornis van de geestvermogens niet kunnen worden toegerekend.
Verdachte is derhalve niet strafbaar voor hetgeen te zijnen laste bewezen is verklaard en dient te worden ontslagen van alle rechtsvervolging.
Toepasselijke wetsartikelen.
De beslissing is gegrond op de artikelen:
Wetboek van Strafrecht art. 37, 39, 91, 282, 312,
Wegenverkeerswet 1994 art. 7, 176, 178, 188
DE OVERWEGINGEN DIE TOT DE BESLISSING HEBBEN GELEID.
De eis van de officier van justitie.
Ten aanzien van feit 1, 2 en 3:
Plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis voor de duur van één jaar.
Ten aanzien van vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij]:
Afwijzing van de vordering.
Ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]:
Toewijzen een bedrag van € 5581,25 met toepassing van de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f Wetboek van Strafrecht.
De op te leggen maatregel.
In het eerdergenoemde psychologisch en psychiatrisch rapport is het volgende – zakelijk weergegeven – overwogen:
“ Bij betrokkene is momenteel sprake van een floride paranoïd psychotisch toestandsbeeld, waarschijnlijk in het kader van een schizofreen proces. Voorts is hij gevoelig voor drugs (m.n. cannabis) misbruik (actueel in gedwongen remissie). Aannemelijk en waarschijnlijk wordt geacht dat betrokkene tijdens het ten laste gelegde psychotisch was. Deze ziekelijke stoornis en/of gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens beïnvloedde in grote mate betrokkenes gedragskeuzes en gedragingen ten tijde van het ten laste gelegde. Van belang voor de kans op recidive zijn de (waarschijnlijk structureel) bij betrokkene aanwezige psychotische kwetsbaarheid, zijn gevoeligheid voor drugsmisbruik en de mogelijk bij hem tevens aanwezige persoonlijkheidsproblematiek. Voorts is van belang de sociaal maatschappelijke instabiele situatie van betrokkene. De recidivekans is sterk afhankelijk van het verdere verloop van de psychotische stoornis en de wijze waarop betrokkene zich zou kunnen conformeren aan behandeling. Indien de psychose niet afdoende gecoupeerd wordt, wordt de kans op recidive als zeer reëel ingeschat. Door het misbruik van middelen zal betrokkene eerder psychotisch worden en zal dus de kans op recidive toenemen. Tot slot zal gebrek aan sociaal maatschappelijke stabiliteit ( denk m.n. aan huisvesting) de kans vergroten dat betrokkene hernieuwd derailleert en uiteindelijk recidiveert. Onderzoekers adviseren dan ook aan betrokkene een strafrechtelijke rechterlijke machtiging op te leggen, conform artikel 37 Wetboek van Strafrecht, voor de duur van maximaal één jaar, binnen welk kader betrokkene klinisch behandeld dient te worden. Het advies is, gezien de ervaringen in het verleden, om de behandeling ten uitvoer te leggen op een FPA of een FPK. Hierna dient beoordeeld te worden of de wissel naar de BOPZ genomen moet worden en of betrokkene over moet gaan naar het reguliere GGZ-circuit. Bij het bespreken van het advies heeft betrokkene aangegeven dat hij bereid is behandeling te volgen”.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer].
De rechtbank acht toewijsbaar, als rechtstreeks door het bewezen verklaarde feit toegebrachte schade, de volgende onderdelen van de vordering:
Ter zake van materiële schade: de posten kleding rok, blouse en vestje ten bedrage van € 200,= en de post autostoeltje ten bedrage van € 149,25, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het voorval.
Ter zake van de post immateriële schade:
Een bedrag van € 2550,-. te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van dit vonnis.
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in de volgende onderdelen van haar vordering, aangezien deze niet van zo eenvoudige aard zijn dat zij zich lenen voor behandeling in het strafgeding: de post inkomensderving ten bedrage van € 1755,= en de post 3 maanden NS-jaarkaart ten bedrage van € 927,=.
De benadeelde partij kan deze onderdelen van haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil. Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
De vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij]
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering aangezien deze niet van zo eenvoudige aard is dat zij zich leent voor behandeling in het strafgeding.
De benadeelde partij kan deze onderdelen van haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
De rechtbank zal de benadeelde partij veroordelen in de kosten aan de zijde van verdachte tot op heden begroot op nihil.
UITSPRAAK
Verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Het bewezenverklaarde levert op de misdrijven:
T.a.v. feit 1:
Diefstal, voorafgegaan, vergezeld en gevolgd van bedreiging van geweld tegen
personen gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of
gemakkelijk te maken.
T.a.v. feit 2:
opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven.
T.a.v. feit 3:
Overtreding van artikel 7, eerste lid aanhef en onder a, van de
Wegenverkeerswet 1994, meermalen gepleegd
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
BESLISSING:
T.a.v. feit 1, feit 2, feit 3:
Ontslag van alle rechtsvervolging, zijnde de verdachte niet strafbaar.
T.a.v. feit 1, feit 2, feit 3:
Plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis voor de duur van één jaar.
T.a.v. feit 1:
Niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partij [benadeelde partij] in haar vordering.
Veroordeelt de benadeelde partij in de kosten van de verdachte tot op heden
begroot op nihil.
T.a.v. feit 1, feit 2:
Gedeeltelijke niet-ontvankelijkverklaring benadeelde partij [slachtoffer].
Veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij, genaamd
[slachtoffer], ter zake van materiële schade van een bedrag van EUR 200,= zijnde
kleding en een bedrag van EUR 149,25 zijnde een (auto)stoeltje, in totaal EUR
349,25 (zegge driehonderdnegenenveertig euro en vijfentwintig cent), vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag van 15 juni 2007 tot de dag der voldoening.
Veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij, genaamd
[slachtoffer], ter zake van immateriële schade van een bedrag van EUR 2550,= (zegge:
tweeduizend vijfhonderd vijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente over
dit bedrag vanaf 9 oktober 2007 tot de dag der voldoening;
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden
begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te
maken kosten.
Bepaalt dat de benadeelde partij in het overige deel van de vordering
(inkomensderving EUR 1755,= en kosten NS-jaarkaart EUR 927,= ) niet-ontvankelijk
is.
Dit vonnis is gewezen door:
mr C.F.E. van Olden-Smit, voorzitter,
mr. N.M. Spelt en mr. D. Bogaert, leden,
in tegenwoordigheid van mr J. Donkersloot, griffier,
en is uitgesproken op 9 oktober 2007.
De griffier is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
9
Parketnummer: 01/845349-07
[verdachte]