ECLI:NL:RBSHE:2007:BB6090
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Acht maanden gevangenisstraf voor het voorhanden hebben van illegale sigaretten
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 22 oktober 2007 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het voorhanden hebben van illegale sigaretten. De tenlastelegging betrof het opzettelijk voorhanden hebben van een aanzienlijke hoeveelheid sigaretten, te weten 1.040.000 en 960.000 sigaretten, zonder dat deze accijnsgoederen overeenkomstig de Wet op de accijns in de heffing waren betrokken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, samen met anderen, betrokken was bij een organisatie die zich bezighield met het plegen van misdrijven, waaronder het opzettelijk voorhanden hebben van accijnsgoederen.
De rechtbank heeft de geldigheid van de dagvaarding en de bevoegdheid van de rechtbank bevestigd. Tijdens het onderzoek ter terechtzitting zijn er geen omstandigheden gebleken die de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg stonden. De rechtbank heeft de bewijsbeslissing genomen dat niet wettig en overtuigend bewezen was wat aan de verdachte onder 2 was tenlastegelegd, en heeft de verdachte daarvan vrijgesproken.
De rechtbank heeft echter wel bewezen geacht dat de verdachte op 16 januari 2007 opzettelijk sigaretten voorhanden had, en heeft dit oordeel gebaseerd op observatieverslagen en andere bewijsmiddelen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de verdachte, ondanks dat de sigaretten zich niet direct onder hem bevonden, zich wel in de machtsfeer van de verdachte bevonden door de nauwe samenwerking met medeverdachten. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van acht maanden, met aftrek van voorarrest, en heeft rekening gehouden met de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.