ECLI:NL:RBSHE:2007:BA4056
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - meervoudig
- P.H.C.M. Schoemaker
- W.C.E. Winfield
- N.H.J.M. Veldman-Gielen
- Rechtspraak.nl
Ontheffing voor het gebruik van een kantoor als Domushuis in Eindhoven
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 20 april 2007 uitspraak gedaan in een geschil over de ontheffing van de Leefmilieuverordening voor de vestiging van een Domushuis aan de Dommelstraat 9 te Eindhoven. Eiser, een omwonende, heeft bezwaar gemaakt tegen de ontheffing die door het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven was verleend. De ontheffing was noodzakelijk voor de wijziging van het gebruik van een kantoor naar een Domushuis, waar maximaal 25 mensen met een verleden van dakloosheid en/of verslaving zouden worden gehuisvest.
De rechtbank heeft allereerst de ontvankelijkheid van eiser beoordeeld. Ondanks dat eiser geen direct zicht heeft op het perceel, oordeelde de rechtbank dat hij wel degelijk in zijn belangen werd geraakt door de vestiging van het Domushuis. Vervolgens heeft de rechtbank de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen, waaronder het beheerconvenant dat was opgesteld om de leefbaarheid in de omgeving te waarborgen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de activiteiten van het Domushuis niet in strijd zijn met de voorwaarden van de Leefmilieuverordening. De rechtbank oordeelde dat de ontheffing op goede gronden was verleend, omdat het Domushuis niet meer hinder zou opleveren dan het bestaande gebruik als kantoor. De rechtbank heeft de grieven van eiser verworpen en geoordeeld dat de gemeente in redelijkheid de ontheffing kon verlenen. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond en liet het besluit van de gemeente in stand.