ECLI:NL:RBSHE:2006:AZ5621
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de gezamenlijke huishouding in het kader van AOW-pensioen
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 6 december 2006 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een kloosterling, en de Sociale Verzekeringsbank (SVB) over de toekenning van AOW-pensioen. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van de SVB waarin werd gesteld dat hij met ingang van de maand waarin hij 65 jaar wordt, recht heeft op AOW naar de norm voor iemand die een gezamenlijke huishouding voert. Eiser betwistte dat hij een gezamenlijke huishouding voert met mw. [inwonende], die als inwonende huishoudster/gastvrouw bij hem woont. Hij voerde aan dat zij haar eigen financiële administratie heeft, haar eigen boodschappen betaalt en dat er geen onderlinge zorgplicht is. Eiser stelde dat de SVB ten onrechte het onweerlegbare rechtsvermoeden van een gezamenlijke huishouding toepaste zonder voldoende onderzoek naar het zorgcriterium te doen.
De rechtbank overwoog dat het recht op toegang tot de rechter, zoals verankerd in het Europese Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens, meebrengt dat het onweerlegbare rechtsvermoeden in dit geval niet van toepassing is. Dit is het geval omdat de registratie van de gezamenlijke huishouding voortkomt uit een besluit waartegen eiser geen rechtsmiddel kan aanwenden. De rechtbank oordeelde dat eiser in het kader van bezwaar en beroep tegen het besluit inzake zijn AOW-pensioen het bestaan van een gezamenlijke huishouding ten volle kan betwisten.
De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit en droeg de SVB op om een nieuw besluit te nemen met inachtneming van de uitspraak. Tevens werd de SVB veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van eiser, vastgesteld op € 644,00, en het door eiser gestorte griffierecht van € 38,00. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige beoordeling van de omstandigheden waaronder een gezamenlijke huishouding wordt aangenomen, vooral in het licht van de persoonlijke situatie van de betrokkenen.