ECLI:NL:RBSHE:2006:AZ4034

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
23 november 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
Awb 06 / 77 en Awb 06 / 78
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen vastgestelde waarde onroerende zaken en aanslagen onroerende zaakbelasting

In deze zaak hebben eisers, wonende te Asten, beroep ingesteld tegen de vastgestelde waarde van hun onroerende zaken door de heffingsambtenaar van de gemeente Asten. De rechtbank 's-Hertogenbosch heeft op 23 november 2006 uitspraak gedaan in deze zaak, die betrekking heeft op de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Wet waardering onroerende zaken (WOZ). De heffingsambtenaar had op 31 maart 2005 de waarde van de onroerende zaken vastgesteld op respectievelijk €132.000 en €253.000, met als waardepeildatum 1 januari 2003. Eisers waren het niet eens met deze vaststellingen en hebben bezwaar gemaakt, wat leidde tot een gedeeltelijke gegrondverklaring van hun bezwaar door de heffingsambtenaar op 23 november 2005. Hierop hebben eisers op 4 januari 2006 beroep ingesteld bij de rechtbank.

Tijdens de zitting op 23 november 2006 hebben partijen overeenstemming bereikt over de waarde van de onroerende zaken. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd en de waarden vastgesteld op €115.000 voor Koningsplein 2 en €150.000 voor het andere adres. Tevens heeft de rechtbank de gemeente Asten veroordeeld in de proceskosten van eisers, vastgesteld op €644, en het door eisers betaalde griffierecht van €37 vergoed. De uitspraak is openbaar uitgesproken door de rechters in tegenwoordigheid van de griffier. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch of beroep in cassatie bij de Hoge Raad der Nederlanden, mits de wederpartij schriftelijk instemt.

Uitspraak

RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH
Sector bestuursrecht, meervoudige belastingkamer
Procedurenummer: AWB 06/77
AWB 06/78
Uitspraakdatum: 23 november 2006
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen
[eisers]
wonende te Asten, eisers,
[gemachtigde]
en
de heffingsambtenaar van de gemeente Asten,
verweerder,
[gemachtigden].
1. Ontstaan en loop van het geding
Bij besluit van 31 maart 2005 heeft verweerder de waarde van de onroerende zaken [adres] te Asten, per waardepeildatum 1 januari 2003, voor het tijdvak
1 januari 2005 tot 1 januari 2007 vastgesteld op ? 132.000 (nr. 2) respectievelijk
? 253.000,00 (nr. 2a). Voorts zijn eisers aanslagen onroerende zaakbelasting (OZB) opgelegd overeenkomstig de vastgestelde waarden.
Bij uitspraak op bezwaar van 23 november 2005 heeft verweerder het tegen dit besluit door eisers gemaakte bezwaar gedeeltelijk gegrond verklaard. De waarde van [adres] is verlaagd tot ? 208.000,00 en de OZB is dienovereenkomstig gecorrigeerd. De waarde van Koningsplein 2 is gehandhaafd op ? 132.000,00.
Tegen deze uitspraak hebben eisers op 4 januari 2006 beroep ingesteld bij de rechtbank. Het onderzoek ter zitting heeft met gesloten deuren plaatsgevonden op 23 november 2006. Eisers zijn verschenen bij gemachtigde. Verweerder heeft zich ter zitting laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigden.
2. Beoordeling van het geschil
Partijen hebben ter zitting bij wijze van compromis overeenstemming bereikt en wel in die zin dat naar hun oordeel de waarde in het economische verkeer van Koningsplein 2 nader moet worden vastgesteld op ? 115.000,00 en de waarde in het economische verkeer van [adres] nader moet worden vastgesteld op ? 150.000,00.
De rechtbank is van oordeel dat partijen hierin kunnen worden gevolgd.
Gelet op het vorenoverwogene zal het beroep gegrond worden verklaard, de uitspraak op bezwaar worden vernietigd en de waarden worden vastgesteld als tussen partijen overeengekomen.
3. Proceskosten en griffierecht
De rechtbank ziet in het vorenstaande aanleiding verweerder te veroordelen in de door eisers gemaakte proceskosten. De kosten zijn, met inachtneming van het Besluit proceskosten bestuursrecht en de daarbij behorende bijlage, begroot op in totaal ? 644,00 voor kosten van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand:
- 1 punt voor het indienen van een (aanvullend) beroepschrift;
- 1 punt voor het verschijnen ter zitting;
- waarde per punt ? 322,--;
- wegingsfactor 1.
Ook zal de rechtbank bepalen dat door verweerders gemeente aan eisers het door hen betaalde griffierecht dient te worden vergoed.
4. Beslissing
De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van de vernietigde uitspraak op bezwaar;
- vermindert de voor Koningsplein 2 vastgestelde waarde tot ? 115.000,-- en de voor [adres] vastgestelde waarde tot ? 150.000,00;
- bepaalt dat verweerder de aan eisers opgelegde aanslagen OZB voor het jaar 2005 dienovereenkomstig dient te verlagen;
- veroordeelt verweerder in de door eisers gemaakte proceskosten, vastgesteld op ? 644,--, te vergoeden door de gemeente Asten;
- gelast de gemeente Asten aan eisers het door hen betaalde griffierecht ten bedrage van
? 37,-- te vergoeden.
Deze uitspraak is gedaan op 23 november 2006 en op dezelfde dag in het openbaar uitgesproken door mr. L.C. Michon, mr. W.C.E. Winfield en mr. J.P.M. Kooijmans als rechter, in tegenwoordigheid van mr. M.P.C. Anssems, griffier.
Afschrift aangetekend
verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum:
- hoger beroep instellen bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch (belastingkamer), Postbus 70583, 5201 CZ
's-Hertogenbosch; dan wel
- beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), Postbus 20303, 2500 EH Den Haag, mits de wederpartij daarmee schriftelijk instemt.
N.B. Bij het bestuursorgaan berust de bevoegdheid tot het instellen van beroep in cassatie niet bij de ambtenaar die de procedure voor de rechtbank heeft gevoerd.
Bij het instellen van hoger beroep dan wel beroep in cassatie dient het volgende in acht te worden genomen:
1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd;
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. een dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep dan wel het beroep in cassatie is ingesteld;
d. de gronden van het hoger beroep dan wel het beroep in cassatie.
Bij het instellen van beroep in cassatie dient daarnaast in acht te worden genomen dat bij het beroepschrift een schriftelijke verklaring van de wederpartij wordt gevoegd, inhoudende dat wordt ingestemd met het instellen van beroep in cassatie tegen de uitspraak van de rechtbank.