ECLI:NL:RBSHE:2006:AW2803
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak terzake moord en levensbeeindiging op verzoek met gevangenisstraf voor hulp bij zelfdoding
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Hertogenbosch op 21 april 2006 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die was aangeklaagd voor moord en levensbeëindiging op verzoek. De verdachte was beschuldigd van het opzettelijk doden van het slachtoffer, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat het tenlastegelegde niet wettig en overtuigend bewezen was. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte het slachtoffer opzettelijk middelen heeft verschaft die tot de dood hebben geleid, maar heeft de verdachte vrijgesproken van de zwaardere aanklachten van moord en levensbeëindiging op verzoek. De rechtbank heeft wel een gevangenisstraf van 15 maanden opgelegd, waarvan 5 maanden voorwaardelijk, voor hulp bij zelfdoding. De rechtbank overwoog dat de verdachte, door het slachtoffer middelen te verschaffen, een actieve rol had gespeeld in het proces van zelfdoding, maar dat er onvoldoende bewijs was voor de zwaardere aanklachten. De rechtbank heeft de ernst van het feit en de omstandigheden van de verdachte in overweging genomen bij het bepalen van de straf. De uitspraak is gedaan na een zorgvuldige afweging van de feiten en omstandigheden, waarbij de rechtbank ook rekening hield met de psychische toestand van het slachtoffer en de betrokkenheid van de verdachte.