ECLI:NL:RBSHE:2003:AM5341
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.A.A. Dellaert
- J.J.A. Kooijman
- D.P. van der Veen
- Rechtspraak.nl
Poging tot moord op vader van medeverdachte
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Hertogenbosch op 28 oktober 2003 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van poging tot moord op de vader van een medeverdachte. De zaak kwam ter terechtzitting op 14 oktober 2003, waar de rechtbank kennisnam van de vordering van de officier van justitie en de verdediging van de verdachte. De rechtbank oordeelde dat de ziekelijke stoornis van de verdachte zijn gedragingen ten tijde van het delict beïnvloedde, wat leidde tot de conclusie van verminderde toerekenbaarheid. De rechtbank sprak de verdachte vrij van een aantal tenlastegelegde feiten, maar verklaarde het primair tenlastegelegde bewezen. De verdachte had op 6 mei 2003 in Eindhoven, samen met anderen, met voorbedachten rade geprobeerd het leven van het slachtoffer te beroven door hem met een hamer en een mes te verwonden. De rechtbank oordeelde dat de verdachte strafbaar was voor het bewezenverklaarde feit en legde een gevangenisstraf op van drie jaar, waarvan één jaar voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren. De rechtbank hield rekening met de ernst van het feit, de impact op het slachtoffer en de omgeving, en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder de geestelijke gezondheid. De rechtbank verleende ook een opdracht aan de Reclassering voor begeleiding tijdens de proeftijd.