ECLI:NL:RBSHE:2001:AD6911
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen parkeerverbod en niet-ontvankelijk verklaring van bezwaar
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Hertogenbosch zich gebogen over het verzet van eiser tegen een eerdere uitspraak van 13 juni 2001, waarin het beroep van eiser tegen een besluit van verweerder ongegrond werd verklaard. Het besluit, genomen op 31 januari 2000, betrof de instelling van een parkeerverbod in de binnenring van De Laarstukken te Heeze en de Ds. Kremerstraat. Eiser had bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar zijn bezwaar werd op 18 september 2000 niet-ontvankelijk verklaard door verweerder, wat leidde tot het indienen van beroep bij de rechtbank.
De rechtbank oordeelde dat de bezwaren van eiser niet gericht waren tegen het parkeerverbod zelf, maar tegen de aanleg van parkeerplaatsen op het terrein van sportpark de Weibossen. Dit leidde tot de conclusie dat de rechtbank de niet-ontvankelijk verklaring van het bezwaar door verweerder terecht had vastgesteld. Echter, in het verzet werd betoogd dat er een samenhang bestaat tussen het parkeerverbod en de aanleg van de parkeerplaatsen, wat de rechtbank aanleiding gaf om de eerdere uitspraak te heroverwegen.
De rechtbank concludeerde dat er enige twijfel bestond over de juistheid van de niet-ontvankelijk verklaring van het bezwaar, en dat het verzet gegrond was. De uitspraak van 13 juni 2001 werd daarmee vernietigd en het onderzoek werd voortgezet in de stand waarin het zich bevond. De rechtbank verklaarde het verzet gegrond en besloot dat er geen rechtsmiddel openstond tegen deze uitspraak.