ECLI:NL:RBSGR:2012:BY5230
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vaststelling van het Nederlanderschap van verzoekster op basis van de Rijkswet op het Nederlanderschap
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 26 november 2012 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van [verzoekster] met betrekking tot de vaststelling van haar Nederlanderschap. Verzoekster, geboren op [geboortedatum] 1949 te [geboorteplaats], heeft verzocht om vast te stellen dat zij vanaf haar geboorte in het bezit is van de Nederlandse nationaliteit. Dit verzoek is ingediend op 27 juli 2012 en is behandeld zonder mondelinge behandeling, aangezien alle betrokken partijen, waaronder de IND en de officier van justitie, geen behoefte hadden aan een zitting.
De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekster is geboren als dochter van een vader die op het moment van haar geboorte de Britse nationaliteit bezat, en een moeder die de Nederlandse nationaliteit had. De vader van verzoekster was geboren in Nederland en de moeder had haar Nederlandse nationaliteit herwonnen na een eerdere verlies door naturalisatie. De rechtbank heeft de relevante bepalingen van de Rijkswet op het Nederlanderschap (WNI) in overweging genomen, met name artikel 2 lid 1 aanhef en onder a, dat bepaalt dat kinderen geboren uit ouders die in Nederland wonen, automatisch de Nederlandse nationaliteit verkrijgen.
De rechtbank concludeert dat verzoekster voldoet aan de voorwaarden van de WNI, aangezien haar ouders ten tijde van haar geboorte in Nederland woonden. De rechtbank heeft daarom geoordeeld dat verzoekster vanaf haar geboorte de Nederlandse nationaliteit heeft verkregen en heeft het verzoek toegewezen. De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. G.P. van Ham.