ECLI:NL:RBSGR:2012:BY5230

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
26 november 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
424345 - HA RK 12-419
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vaststelling van het Nederlanderschap van verzoekster op basis van de Rijkswet op het Nederlanderschap

In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 26 november 2012 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van [verzoekster] met betrekking tot de vaststelling van haar Nederlanderschap. Verzoekster, geboren op [geboortedatum] 1949 te [geboorteplaats], heeft verzocht om vast te stellen dat zij vanaf haar geboorte in het bezit is van de Nederlandse nationaliteit. Dit verzoek is ingediend op 27 juli 2012 en is behandeld zonder mondelinge behandeling, aangezien alle betrokken partijen, waaronder de IND en de officier van justitie, geen behoefte hadden aan een zitting.

De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekster is geboren als dochter van een vader die op het moment van haar geboorte de Britse nationaliteit bezat, en een moeder die de Nederlandse nationaliteit had. De vader van verzoekster was geboren in Nederland en de moeder had haar Nederlandse nationaliteit herwonnen na een eerdere verlies door naturalisatie. De rechtbank heeft de relevante bepalingen van de Rijkswet op het Nederlanderschap (WNI) in overweging genomen, met name artikel 2 lid 1 aanhef en onder a, dat bepaalt dat kinderen geboren uit ouders die in Nederland wonen, automatisch de Nederlandse nationaliteit verkrijgen.

De rechtbank concludeert dat verzoekster voldoet aan de voorwaarden van de WNI, aangezien haar ouders ten tijde van haar geboorte in Nederland woonden. De rechtbank heeft daarom geoordeeld dat verzoekster vanaf haar geboorte de Nederlandse nationaliteit heeft verkregen en heeft het verzoek toegewezen. De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. G.P. van Ham.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
Sector civiel recht
zaaknummer / rekestnummer: 424345 / HA RK 12-419
Beschikking van 26 november 2012
in de zaak van
[verzoekster],
wonende te [woonplaats], Duitsland,
verzoekster,
advocaat mr. H. de Voer te Amsterdam,
en
DE STAAT DER NEDERLANDEN
(Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
Immigratie- en Naturalisatiedienst),
zetelende te Den Haag,
belanghebbende,
vertegenwoordigd door mr. C.M. Meijer.
Verzoekster wordt hierna aangeduid met '[verzoekster]' en belanghebbende met "de IND".
1.De procedure
1.1.Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het op 27 juli 2012 ingediende verzoekschrift;
- de brieven van de IND van 30 augustus 2012 en 15 oktober 2012;
- de brieven van mr. De Voer van 2 en 24 oktober 2012;
- de brief van de officier van justitie van 26 oktober 2012.
1.2.Mr. De Voer, de IND en de officier van justitie hebben allen te kennen gegeven geen behoefte te hebben aan een mondelinge behandeling van het verzoekschrift.
2.De feiten
2.1.De rechtbank gaat uit van de volgende niet weersproken feiten.
2.2.[verzoekster] is op [geboortedatum] 1949 te [geboorteplaats] geboren als dochter van [vader van verzoekster] en [moeder van verzoekster]. De ouders van [verzoekster] zijn op 16 april 1946 met elkaar in het huwelijk getreden.
2.3.De vader van [verzoekster] verkreeg bij zijn geboorte op [geboortedatum] 1916 te [geboorteplaats] de Oostenrijkse nationaliteit. Op 16 december 1946 verkreeg hij door naturalisatie de Britse nationaliteit. Hij is nimmer in het bezit geweest van de Nederlandse nationaliteit.
2.4.De moeder van [verzoekster] verkreeg bij haar geboorte op [geboortedatum] 1917 de Nederlandse nationaliteit. Zij heeft op 27 februari 1947 bij het Britse consulaat te Rotterdam de wil kenbaar gemaakt om als echtgenote van een tot Brits onderdaan genaturaliseerde man, de Britse nationaliteit te verkrijgen. Zij verloor hierdoor de Nederlandse nationaliteit.
2.5.Op 25 april 1957 is in Londen het huwelijk van de ouders van [verzoekster] door echtscheiding ontbonden. De moeder van [verzoekster] herkreeg op 11 juli 1957 door het afleggen van een kennisgeving als bedoeld in artikel 8 van de Wet op het Nederlanderschap en het Ingezetenschap (WNI) de Nederlandse nationaliteit.
3.Het verzoek en het standpunt van de IND en van de officier van justitie
3.1.[verzoekster] verzoekt de rechtbank vast te stellen dat zij vanaf haar geboorte in het bezit is van de Nederlandse nationaliteit. Zij voert, onder verwijzing naar artikel 2 onder a WNI, aan dat zij in Nederland is geboren als wettig kind van een in Nederland woonachtige vader die op zijn beurt is geboren uit een in Nederland woonachtige moeder.
3.2.De IND komt tot de conclusie dat [verzoekster] op grond van artikel 2 onder a WNI met terugwerkende kracht tot aan haar geboorte de Nederlandse nationaliteit verkreeg en dat nadien geen verlies is opgetreden van het Nederlanderschap.
3.3.De officier van justitie heeft schriftelijk te kennen gegeven dat hij zich aansluit bij het advies van de IND.
4.De beoordeling
4.1.Ten tijde van de geboorte van [verzoekster] waren haar ouders in het bezit van de Britse nationaliteit. [verzoekster] verkreeg daarom bij haar geboorte als dochter van Britse ouders de Britse nationaliteit.
4.2.Met ingang van 27 mei 1953 bepaalde artikel 2 lid 1 aanhef en onder a WNI dat het kind van een tijdens de geboorte in Nederland, in Suriname of in de Nederlandse Antillen wonende vader of moeder, die zelf geboren is uit een in het Koninkrijk wonende moeder, Nederlander is. Deze regel is indertijd ingevoerd om de tweede op Nederlands grondgebied geboren generatie door geboorte automatisch de Nederlandse nationaliteit te laten verkrijgen, ongeacht of door geboorte tevens een andere nationaliteit is verkregen. Het artikel had terugwerkende kracht.
4.3.[verzoekster] is geboren in [geboorteplaats]. Haar ouders woonden op dat moment in Den Haag. De ouders van de vader van [verzoekster] woonden ten tijde van haar geboorte in Rotterdam. Hieruit volgt dat [verzoekster] voldoet aan artikel 2 lid 1 aanhef en onder a WNI, zoals dat luidde vanaf 27 mei 1953. [verzoekster] heeft derhalve vanaf haar geboorte de Nederlandse nationaliteit. Het verzoek zal worden toegewezen.
5.De beslissing
De rechtbank stelt vast dat [verzoekster], geboren op [geboortedatum] 1949 te [geboorteplaats], vanaf haar geboorte in het bezit is van de Nederlandse nationaliteit.
Deze beschikking is gegeven door mr. G.P. van Ham en in het openbaar uitgesproken op 26 november 2012.