ECLI:NL:RBSGR:2012:BX9114
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onterecht gegeven aanwijzing op basis van artikel 55 Vreemdelingenwet 2000
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 25 september 2012 uitspraak gedaan in een geschil tussen een vreemdeling en de minister voor Immigratie, Integratie en Asiel. De vreemdeling, geboren in 1959 en van Braziliaanse nationaliteit, had geen aanvraag tot verblijf ingediend, maar was toch onderworpen aan een aanwijzing op basis van artikel 55 van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000). De rechtbank constateerde dat de aanwijzing ten onrechte was gegeven, omdat de vreemdeling niet voldeed aan de voorwaarden voor rechtmatig verblijf zoals gesteld in artikel 8, onder f, van de Vw 2000. De rechtbank oordeelde dat de wettelijke bepaling geen ruimte laat voor vreemdelingen in andere situaties en dat de aanwijzing dus niet van toepassing was op de eiser. Het beroep van de vreemdeling werd gegrond verklaard, wat leidde tot de vernietiging van het bestreden besluit van de minister. De rechtbank oordeelde verder dat er geen aanleiding was voor schadevergoeding, omdat het verzoek daartoe niet onderbouwd was en niet rechtstreeks herleid kon worden tot artikel 106 van de Vw 2000. De rechtbank veroordeelde de minister in de proceskosten van de eiser, vastgesteld op € 874,00, en bepaalde dat dit bedrag aan de griffier moest worden voldaan. De uitspraak is definitief, aangezien er geen hoger beroep openstaat tegen deze beslissing.