ECLI:NL:RBSGR:2012:BX9017
Rechtbank 's-Gravenhage
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen verstekvonnis en bekendheid met de inhoud daarvan
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 25 september 2012 uitspraak gedaan in een verzetprocedure. De eisende partij, aangeduid als [Opposante], had verzet aangetekend tegen een verstekvonnis van 16 november 2010, waarbij zij bij verstek was veroordeeld. De kantonrechter heeft vastgesteld dat het verstekvonnis niet in persoon was betekend aan [Opposante], maar dat er wel voldoende aanwijzingen waren dat [Opposante] op zijn minst omstreeks 20 mei 2011 enige daad heeft gepleegd waaruit noodzakelijk voortvloeit dat het vonnis aan haar bekend was. Dit was onder andere gebaseerd op correspondentie tussen partijen en het feit dat [Opposante] een verzoek had gedaan om een afschrift van het verstekvonnis te ontvangen.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat het verzet niet tijdig was ingesteld, aangezien de verzetdagvaarding pas op 8 december 2011 was ingediend, wat meer dan vier weken na de betekening van het verstekvonnis was. De rechter heeft de vordering van [Opposante] afgewezen en haar veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van tijdige actie na kennisname van een verstekvonnis en de gevolgen van het niet tijdig instellen van verzet.
De beslissing van de kantonrechter was als volgt: het verzet van [Opposante] werd niet-ontvankelijk verklaard, en zij werd veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van [geopposeerde] werden begroot op € 800,-- aan gemachtigdensalaris, exclusief BTW. Het meer of anders gevorderde werd afgewezen.