ECLI:NL:RBSGR:2012:BX8024

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
21 september 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
424788 / KG ZA 12-838
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurachterstand en ontruiming van winkelpand

In deze zaak heeft eiser gedaagde gedagvaard vanwege een huurachterstand van € 10.000,-- voor een winkelpand. De huurovereenkomst, gesloten op 1 juli 2011, verplichtte gedaagde tot betaling van een maandelijkse huur van € 2.000,--. Ondanks diverse aanmaningen heeft gedaagde na maart 2012 geen huurbetalingen meer verricht. Eiser heeft gedaagde op 7 augustus 2012 gedagvaard om op 23 augustus 2012 te verschijnen, maar gedaagde is niet verschenen. Er is verstek verleend, maar gedaagde heeft dit verstek op 23 augustus 2012 gezuiverd, waardoor hij in het geding is verschenen.

De voorzieningenrechter heeft op 19 september 2012 de zaak behandeld. Eiser heeft aangevoerd dat gedaagde contractueel een boete van minimaal € 1.500,-- verschuldigd is vanwege de huurachterstand. Gedaagde heeft geen verweer gevoerd. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat het vonnis, ondanks de afwezigheid van gedaagde, als een vonnis op tegenspraak wordt beschouwd, omdat gedaagde het verstek heeft gezuiverd.

De vorderingen van eiser zijn toegewezen. Gedaagde is veroordeeld om de winkelruimte binnen veertien dagen te ontruimen en te verlaten, en om de verschuldigde huursommen en boetes te betalen. De voorzieningenrechter heeft de verzoeken van eiser om zelf de ontruiming te bewerkstelligen afgewezen, omdat de deurwaarder deze bevoegdheid heeft. Gedaagde is ook veroordeeld in de proceskosten. Dit vonnis is uitgesproken op 21 september 2012 door mr. G.P. van Ham.

Uitspraak

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
Sector civiel recht - voorzieningenrechter
zaak- / rolnummer: 424788 / KG ZA 12-838
Vonnis in kort geding van 21 september 2012
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats],
eiser,
advocaat mr. L. Vetter te Gouda,
tegen:
[gedaagde],
wonende te [woonplaats],
gedaagde,
in persoon verschenen.
1. Het procesverloop
Eiser heeft gedaagde op 7 augustus 2012 doen dagvaarden om op 23 augustus 2012 te verschijnen ter zitting van de voorzieningenrechter van deze rechtbank en heeft ter zitting bij de in de dagvaarding opgenomen eis volhard. Gedaagde is behoorlijk opgeroepen tegen die terechtzitting, maar hij is daar niet verschenen. Tegen gedaagde is verstek verleend. Bij faxbericht van 23 augustus 2012 heeft gedaagde het verstek gezuiverd. De zaak is aangehouden en behandeld ter zitting van 19 september 2012. Vonnis is bepaald op heden.
2. De feiten
Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting van 19 september 2012 wordt in dit geding van het volgende uitgegaan.
2.1. Op 1 juli 2011 hebben eiser als verhuurder en gedaagde als huurder een huurovereenkomst gesloten met betrekking tot de winkelruimte gelegen aan de [adres]. Sindsdien exploiteert gedaagde vanuit het gehuurde een lunchroom/cafetaria. Partijen zijn onder meer een maandelijkse huur van € 2.000,-- overeengekomen.
2.2. Op de huurovereenkomst zijn de Algemene Bepalingen Huurovereenkomst Winkelruimte van toepassing verklaard, waarin onder meer staat vermeld:
"18.2 Telkens indien een uit hoofde van de huurovereenkomst door huurder verschuldigd bedrag niet prompt op de vervaldag is voldaan, verbeurt huurder aan verhuurder van rechtswege per kalendermaand vanaf de vervaldag van dat bedrag een direct opeisbare boete van 2% van het verschuldigde per kalendermaand, waarbij elke ingetreden maand als een volle maand geldt, met een minimum van € 300,00 per maand."
3. Het geschil
3.1. Eiser vordert, zakelijk weergegeven:
I. gedaagde te veroordelen de winkelruimte binnen 48 uur na de betekening van dit vonnis te ontruimen en te verlaten onder afgifte van de sleutels aan eiser, met machtiging van eiser om de ontruiming zelf te bewerkstelligen indien gedaagde in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen, zo nodig met behulp van de sterke arm van politie en justitie;
II. gedaagde te veroordelen in totaal € 12.452,-- aan eiser te voldoen, te vermeerderen met de wettelijke rente;
III. gedaagde te veroordelen met ingang van 1 september 2012 een maandelijks bedrag van € 2.000,-- aan eiser te voldoen, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2. Daartoe voert eiser het volgende aan. Na maart 2012 heeft gedaagde, ondanks diverse aanmaningen, geen huurbetalingen meer aan eiser verricht. De huurachterstand is tot en met de maand augustus 2012 opgelopen tot een bedrag van € 10.000,--. Op grond van de algemene bepalingen bij de huurovereenkomst is gedaagde een contractuele boete verschuldigd van (minimaal) € 300,-- per maand indien hij de huur niet tijdig heeft voldaan. De totale hoogte van deze boete is gelet op de huurachterstand van vijf maanden dan ook minimaal € 1.500,--. Daarnaast heeft eiser recht op betaling door gedaagde van de buitengerechtelijke incassokosten, die conform het rapport Voor-werk II worden gesteld op € 952,--. Deze kosten zijn daadwerkelijk door eiser gemaakt.
3.3. Gedaagde heeft geen verweer gevoerd.
4. De beoordeling van het geschil
4.1. Vooropgesteld wordt dat dit vonnis, hoewel gedaagde niet (tijdig) aanwezig is geweest ter zitting van 19 september 2012, als een vonnis op tegenspraak wordt beschouwd. Gedaagde heeft immers met zijn bericht van 23 augustus 2012 het eerder verleende verstek gezuiverd. Daarmee is hij in dit geding verschenen. Gelet daarop kan in een later stadium niet alsnog verstek tegen hem worden verleend, zodat het schriftelijke verzoek van gedaagde van 19 september 2012 om opnieuw tot zuivering van verstek over te gaan, geen effect sorteert.
4.2. De vorderingen komen de voorzieningenrechter noch onrechtmatig noch ongegrond voor en worden daarom - op de wijze zoals hierna vermeld - toegewezen, met dien verstande dat gedaagde zal worden veroordeeld tot betaling van de maandelijkse huursommen totdat hij de winkelruimte heeft ontruimd en verlaten. Voor de ontruiming zal een gebruikelijke termijn van veertien dagen in acht worden genomen.
4.3. De door eiser gevorderde machtiging om de ontruiming zelf en zo nodig met behulp van justitie en politie te bewerkstelligen, zal worden afgewezen, nu de deurwaarder de bevoegdheid heeft tot reële executie van de veroordeling tot ontruiming over te gaan op grond van de artikelen 555 e.v. in verbinding met artikel 444 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
4.4. Gedaagde zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten. De vordering strekkende tot een veroordeling van gedaagde in de executiekosten zal worden afgewezen, omdat de daarmee gemoeide kosten slechts toewijsbaar zijn als zij in redelijkheid zijn gemaakt, hetgeen niet op voorhand te beoordelen is.
5. De beslissing
De voorzieningenrechter:
- veroordeelt gedaagde om de winkelruimte te [adres] binnen veertien dagen na de betekening van dit vonnis met alle personen en/of roerende zaken die zich van zijnentwege in het pand bevinden en met achterlating van de inventaris, te ontruimen en te verlaten en de sleutels aan eiser af te geven;
- veroordeelt gedaagde om aan eiser te voldoen een bedrag van € 10.000,-- ter zake van verschuldigde huursommen tot en met augustus 2012;
- veroordeelt gedaagde om aan eiser te voldoen een maandelijks bedrag van € 2.000,-- ter zake van huursommen, vanaf 1 september 2012 totdat gedaagde de winkelruimte heeft ontruimd en verlaten;
- veroordeelt gedaagde om aan eiser te voldoen een bedrag van € 1.500,-- ter zake van de contractuele boete;
- veroordeelt gedaagde om aan eiser te voldoen de wettelijke rente over voornoemde bedragen, vanaf de dag dat die bedragen zijn verschuldigd tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt gedaagde om aan eiser te voldoen een bedrag van € 952,-- inclusief BTW ter zake van de buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van de betekening van de dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt gedaagde in de kosten van dit geding, tot dusverre aan de zijde van eiser begroot op € 1.165,05, waarvan € 816,-- aan salaris advocaat, € 267,-- aan griffierecht en € 82,05 aan dagvaardingskosten;
- verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.P. van Ham en in het openbaar uitgesproken op 21 september 2012.
hvd