ECLI:NL:RBSGR:2012:BW5565
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling door de rechtbank 's-Gravenhage
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 27 april 2012 uitspraak gedaan in een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. De verzoeker, geboren in 1976 en woonachtig in Nederland, had op 27 december 2011 een verzoekschrift ingediend voor de schuldsaneringsregeling. Tijdens de behandeling op 13 april 2012, bijgestaan door mr. M.M. Hoving, werd duidelijk dat de verzoeker aanvankelijk enkel een verzoek tot toepassing van een dwangakkoord wilde indienen. Echter, door de onlosmakelijke verbinding tussen de verzoeken, was hij genoodzaakt ook een verzoek tot schuldsanering in te dienen. De rechtbank overwoog dat de wetgeving, zoals vastgelegd in de Faillissementswet, natuurlijke personen die een zelfstandig beroep of bedrijf uitoefenen, de keuze biedt tussen surseance van betaling of een schuldsaneringsregeling. De verzoeker gaf aan zijn onderneming met 10 à 11 personeelsleden te willen voortzetten en een schuldregeling met zijn schuldeisers te willen treffen. De rechtbank concludeerde echter dat het niet aannemelijk was dat de verzoeker de verplichtingen die voortvloeien uit de schuldsaneringsregeling naar behoren zou kunnen nakomen. Daarom werd het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling afgewezen. De beslissing werd genomen door een meervoudige kamer bestaande uit drie rechters en werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier. Tegen deze uitspraak kan binnen acht dagen hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage.