ECLI:NL:RBSGR:2012:BV5588
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- P.A. Koppen
- W.J. Don
- M.E. Groeneveld-Stubbe
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot erkenning van de Nederlandse nationaliteit op basis van Ghanees recht
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 9 februari 2012 uitspraak gedaan in een verzoekschriftprocedure waarin [verzoeker] verzocht om vaststelling van zijn Nederlandse nationaliteit. [verzoeker] stelde dat hij op 6 mei 2002 rechtsgeldig was erkend door de Nederlander [A], wat hem de Nederlandse nationaliteit zou hebben verleend. De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) betwistte echter de rechtsgeldigheid van deze erkenning, omdat [verzoeker] ten tijde van de erkenning al een juridische vader had volgens Ghanees recht.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de erkenning volgens artikel 1:204 van het Burgerlijk Wetboek nietig is indien er al twee ouders zijn. De IND voerde aan dat [vader van verzoeker] de juridische vader was ten tijde van de erkenning door [A]. De rechtbank heeft onderzocht of er naar Ghanees recht een familierechtelijke betrekking bestond tussen [verzoeker] en [vader van verzoeker].
De rechtbank concludeerde dat [vader van verzoeker] de biologische vader van [verzoeker] is, maar dat de erkenning door [A] niet rechtsgeldig kon zijn omdat [verzoeker] al een juridische vader had. De rechtbank oordeelde dat de erkenning door [A] niet kon plaatsvinden, omdat de juridische vader reeds bestond. Dit leidde tot de afwijzing van het verzoek van [verzoeker]. De beschikking is openbaar uitgesproken door de rechters P.A. Koppen, W.J. Don en M.E. Groeneveld-Stubbe.