ECLI:NL:PHR:2013:BY8282
Parket bij de Hoge Raad
- Rechtspraak.nl
Vaststelling van het Nederlanderschap en familierechtelijke betrekkingen naar Ghanees recht
In deze zaak gaat het om de vaststelling van het Nederlanderschap van verzoeker, geboren in Ghana, en de juridische erkenning van zijn vaderschap. Verzoeker is op [geboortedatum] 1985 geboren te Kenyasi, Ghana, als zoon van [betrokkene 1]. Op 6 mei 2002 heeft [betrokkene 3], een man van Nederlandse nationaliteit, een notariële akte van erkenning opgemaakt, waarbij hij [verzoeker] heeft erkend. De Staat der Nederlanden heeft echter betwist dat deze erkenning rechtsgeldig was, omdat [verzoeker] ten tijde van de erkenning al een juridische vader had volgens Ghanees recht, namelijk [betrokkene 2]. De rechtbank heeft in haar beschikking van 9 februari 2012 geoordeeld dat [verzoeker] naar Ghanees recht al een juridische vader had op de datum van erkenning, waardoor de erkenning door [betrokkene 3] niet rechtsgeldig kon zijn.
De rechtbank heeft overwogen dat volgens Ghanees recht bij de geboorte van een kind een familierechtelijke betrekking ontstaat tussen een vader en zijn biologische kind, ongeacht of het kind binnen of buiten het huwelijk is geboren. De rechtbank heeft vastgesteld dat [betrokkene 2] als vader op de geboorteakte van [verzoeker] staat vermeld, maar dat deze vermelding op zichzelf niet voldoende is om zijn juridische vaderschap te bevestigen. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de verklaring van [verzoeker] dat hij [betrokkene 2] niet kent en dat hij in Ghana door zijn oom is verzorgd. De rechtbank concludeert dat [betrokkene 2] de biologische vader is van [verzoeker], wat betekent dat de erkenning door [betrokkene 3] niet rechtsgeldig was.
De Procureur-Generaal bij de Hoge Raad heeft geconcludeerd dat de rechtbank de juiste overwegingen heeft gemaakt en dat het cassatiemiddel van [verzoeker] niet kan slagen. De conclusie strekt tot verwerping van het beroep.