ECLI:NL:RBSGR:2012:BV1697
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van beroep tegen voortzetting vrijheidsbeperkende maatregel
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 23 januari 2012 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van de beroepen van eisers tegen de voortzetting van een vrijheidsbeperkende maatregel, opgelegd op grond van artikel 56 van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000). Eisers, van Azerbeidzjaanse nationaliteit en verblijvende te Vught, hebben beroep ingesteld tegen de besluiten van de minister voor Immigratie en Asiel, die hen een vrijheidsbeperkende maatregel had opgelegd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beroepen zich richten tegen de voortzetting van deze maatregel en heeft zich vervolgens de vraag gesteld of deze beroepen ontvankelijk zijn.
De rechtbank oordeelt dat het voortduren van de vrijheidsbeperkende maatregel niet kan worden aangemerkt als een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De wet biedt geen mogelijkheid voor een vervolgberoep tegen een vrijheidsbeperkende maatregel, in tegenstelling tot de vrijheidsontnemende maatregelen waarvoor een vervolgberoep wel is toegestaan. De rechtbank verwijst naar de totstandkoming van de Vw 2000, waaruit blijkt dat de wetgever bewust heeft gekozen voor een andere regeling voor vrijheidsontnemende en vrijheidsbeperkende maatregelen.
Op basis van deze overwegingen concludeert de rechtbank dat er in dit geval geen beroep bij de bestuursrechter openstaat tegen het voortduren van de vrijheidsbeperkende maatregel. De rechtbank verklaart de door eisers ingestelde beroepen niet-ontvankelijk en wijst erop dat tegen deze uitspraak geen hoger beroep openstaat. De uitspraak is gedaan door rechter C.F.E. van Olden-Smit, in aanwezigheid van griffier W.G.M. de Boer.