ECLI:NL:RBSGR:2012:19680
Rechtbank 's-Gravenhage
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Belastingaanslag en hoorplicht in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank 's-Gravenhage op 6 september 2012, staat de belastingaanslag van eiser centraal. Eiser, die een eenmanszaak drijft in de sector van houten vloeren, heeft in 2009 aangifte gedaan van een verlies uit werk en woning van € 2.260. Na een controle door de Belastingdienst is het belastbare inkomen vastgesteld op € 34.136. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen deze aanslag, maar de rechtbank oordeelt dat hij niet voldoende bewijs heeft geleverd voor de door hem gestelde kosten. De rechtbank stelt vast dat het op eiser rust om aannemelijk te maken dat de kosten daadwerkelijk zijn gemaakt, maar zijn enkele stellingen zijn onvoldoende om aan deze bewijslast te voldoen.
Daarnaast is er een belangrijke procedurele kwestie aan de orde: eiser heeft verzocht om te worden gehoord in de bezwaarfase, maar de Belastingdienst heeft dit verzoek genegeerd. De rechtbank concludeert dat er sprake is van schending van de hoorplicht, maar oordeelt dat eiser niet in zijn belangen is geschaad, aangezien er uitvoerig overleg heeft plaatsgevonden tijdens de reconstructie van de administratie. De rechtbank vernietigt de bestreden uitspraak op bezwaar, maar bepaalt dat de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand blijven. Eiser heeft geen verzoek tot terugverwijzing gedaan en de rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, omdat eiser geen kosten heeft aangetoond die voor vergoeding in aanmerking komen.
De uitspraak is openbaar gedaan en partijen kunnen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof te 's-Gravenhage. De rechtbank heeft de beslissing genomen in aanwezigheid van de griffier, mr. M. Molenaar.