ECLI:NL:RBSGR:2011:BV2516
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Machtiging tot voortzetting inbewaringstelling in psychiatrisch ziekenhuis
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 30 september 2011 uitspraak gedaan over een verzoek tot machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling van een betrokkene in een psychiatrisch ziekenhuis. De officier van justitie had op 27 september 2011 een verzoek ingediend, waarna de rechtbank de betrokkene op de zitting heeft gehoord, bijgestaan door zijn advocaat. De rechtbank heeft zich laten voorlichten door de arts-assistent, mevrouw Renes.
De betrokkene heeft verweer gevoerd tegen de inbewaringstelling. De rechtbank heeft vastgesteld dat de geneeskundige verklaring, die op 23 september 2011 was afgegeven door een arts in opleiding tot specialist (AIOS), niet rechtsgeldig was omdat deze arts de betrokkene niet zelf had onderzocht. De rechtbank oordeelt dat het tijdsverloop tussen de opname van de betrokkene op 24 september 2011 en het psychiatrisch onderzoek op 26 september 2011 te lang was, waardoor de rechten van de betrokkene zijn geschonden. De rechtbank verwijst naar een eerdere uitspraak van de Hoge Raad van 26 september 2008, waarin de bandbreedte voor een realistische termijn voor psychiatrisch onderzoek werd vastgesteld.
De rechtbank concludeert dat de combinatie van omstandigheden, waaronder het feit dat de opname in het weekend plaatsvond, niet voldoende is om de inbreuk op de rechten van de betrokkene te rechtvaardigen. Daarom heeft de rechtbank de verzochte machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling geweigerd. De beschikking is gegeven door mr. H.A.G. Nijman, met S.W.J.C. van der Wilden-Weissenberg als griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.