ECLI:NL:RBSGR:2011:BV0547
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
BIZ-bijdrage en tariefsdifferentiatie in de verordening
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 1 juni 2011 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een gebruiker van een onroerende zaak, en de heffingsambtenaar van de gemeente. Eiser betwistte de heffing van een BIZ-bijdrage van € 400 voor het jaar 2011, die door de gemeente was opgelegd. De rechtbank heeft vastgesteld dat het pand van eiser zich binnen de aangewezen BI-zone bevond en dat het niet in hoofdzaak tot woning diende. Eiser stelde dat de gemeente ten onrechte het gebied als BI-zone had aangewezen en dat er een gedifferentieerd tarief had moeten worden gehanteerd in plaats van een vast bedrag.
De rechtbank overwoog dat de Wet BIZ gemeenten de mogelijkheid biedt om een BIZ-bijdrage in te stellen en dat de gemeente in dit geval gebruik had gemaakt van deze bevoegdheid door een verordening vast te stellen. De rechtbank oordeelde dat de BIZ-bijdrage terecht was geheven, omdat de gemeente de wettelijke bepalingen had nageleefd en de verordening op rechtsgeldige wijze was vastgesteld. Eiser's argument dat de gemeente geen tariefsdifferentiatie had mogen toepassen, werd verworpen, aangezien de wet de gemeente toestaat om te kiezen voor een uniform tarief.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep van eiser ongegrond en zag zij geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te 's-Gravenhage.