ECLI:NL:RBSGR:2011:BU7790

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
12 mei 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
999370 \ RL EXPL 10-28176
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie bij langdurige vertraging van een vlucht op basis van EU-verordening

In deze zaak vorderden eisers, die een reis hadden geboekt via Holland International, compensatie van TUI Nederland N.V. wegens een langdurige vertraging van hun vlucht naar Curaçao op 23 mei 2010. De vlucht, uitgevoerd door TUI Airlines Nederland B.V. onder de handelsnaam ArkeFly, had een vertraging van zes uur door technische problemen. Eisers vorderden een bedrag van € 1.378,50, inclusief wettelijke rente en proceskosten, op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004, die compensatie regelt voor luchtreizigers bij vertragingen. TUI voerde verweer en stelde dat de vordering niet tegen haar, maar tegen de luchtvaartmaatschappij die de vlucht daadwerkelijk uitvoerde, ArkeFly, ingesteld moest worden. De kantonrechter oordeelde dat de aanspraak op compensatie inderdaad tegen de luchtvaartmaatschappij die de vlucht had uitgevoerd, geldend moest worden gemaakt. De rechter verwierp het argument van eisers dat TUI verantwoordelijk was voor de verwarring over de aansprakelijkheid. De vordering werd afgewezen, en eisers werden in de proceskosten veroordeeld. Het vonnis werd uitgesproken op 12 mei 2011 door kantonrechter G.P. van Ham.

Uitspraak

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
Sector kanton
Locatie 's-Gravenhage
AmO
Rolnummer: 999370 \ RL EXPL 10-28176
12 mei 2011
Vonnis in de zaak van:
1. [eiseres],
2. [eiser],
beiden wonende te [woonplaats],
eisende partij,
gemachtigde: mr. S.M. Depmann (DAS)
tegen
de naamloze vennootschap TUI Nederland N.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Rijswijk,
gedaagde partij,
gemachtigden: mrs. J.D. van de Meent en A. Thissen.
Partijen worden hierna aangeduid als "[eisers]" en "TUI".
1. Procedure
De kantonrechter heeft kennis genomen van de volgende, hier als herhaald en ingelast te beschouwen stukken:
- het exploot van dagvaarding van 17 september 2010, met producties;
- de conclusie van antwoord, met een productie;
- de conclusie van repliek, met producties;
- de conclusie van dupliek, met een productie.
2. Feiten
2.1 TUI is een touroperator. Holland International is een van haar handelsnamen.
2.2 [eisers] hebben bij Holland International een reis geboekt naar Curaçao. De vliegreis zou door TUI Airlines Nederland B.V. (mede handelend onder de naam ArkeFly; hierna ook als zodanig aan te duiden) worden uitgevoerd.
2.3 De heenvlucht van Amsterdam (Schiphol Airport) in Nederland naar Curaçao op 23 mei 2010 heeft een vertraging opgelopen van 6 uur als gevolg van technische problemen aan het toestel waarmee de vlucht zou worden uitgevoerd.
3. Vordering
3.1 [eisers] vorderen dat TUI bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, zal worden veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 1.378,50 te vermeerderen met de wettelijke rente over € 1.200,- vanaf 8 juli 2010 tot de dag der algehele voldoening, met veroordeling van TUI in de proceskosten, te voldoen binnen 14 dagen na betekening van het vonnis.
3.2 Naast de hiervoor vermelde feiten wordt de vordering - zakelijk weergegeven - gegrond op de volgende stellingen. De geboekte vlucht is uitgevoerd met een zodanig langdurige vertraging dat daardoor aanspraak bestaat op compensatie op de voet van artikel 7 van de in deze toepasselijke EG-verordening 261/2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten (hierna: de Verordening). De aanspraak op compensatie bedraagt in dit geval € 600,- per persoon, dus in totaal € 1.200,-. TUI heeft de verschuldigde vergoeding ondanks sommatie niet willen voldoen. TUI dient de gemaakte buitengerechtelijke incassokosten en vertragingsschade te vergoeden.
4. Verweer
4.1. TUI heeft gemotiveerd verweer gevoerd, dat hierna onder de beoordeling zal worden besproken.
5. Beoordeling
5.1 TUI stelt zich primair op het standpunt dat, zouden [eisers] op grond van de Verordening al aanspraak hebben op de gevorderde vergoeding, die aanspraak niet jegens haar geldend kan worden gemaakt maar dient te worden ingesteld jegens de luchtvaartmaatschappij die de vlucht feitelijk heeft uitgevoerd; dus jegens ArkeFly. [eisers] zijn om die reden volgens TUI niet ontvankelijk in hun vordering.
5.2 Met TUI is de kantonrechter van oordeel dat een eventuele aanspraak op compensatie op grond van de Verordening in het geval van een langdurige vertraging geldend moet worden gemaakt jegens de luchtvaartmaatschappij die de geboekte vlucht heeft uitgevoerd of zou uitvoeren. Dit is af te leiden uit de doelstelling en de strekking van de Verordening, blijkend uit de considerans (in het bijzonder punt 7) bij en de tekst van de Verordening. De bedoelde luchtvaartmaatschappij is ArkeFly. Partijen zijn het daarover eens.
5.3 De stelling van [eisers] dat het aan TUI is te wijten dat bij hen verwarring is ontstaan over de identiteit van de aansprakelijke persoon, wordt verworpen. In de correspondentie over hun aanspraken op compensatie hebben zij zich steeds wel tot ArkeFly gericht. ArkeFly is geen handelsnaam van TUI. Waarom het dan toch aan TUI te wijten is dat [eisers] ten onrechte haar en niet ArkeFly in rechte hebben betrokken, ziet de kantonrechter niet in.
5.4 De vordering is ongegrond en zal worden afgewezen. De overige verweren behoeven derhalve geen inhoudelijk bespreking.
5.5 [eisers] worden in het ongelijk gesteld en zullen om die reden de kosten van de procedure moeten dragen. Voorzover TUI nakosten zal maken, levert dit vonnis ook daarvoor een titel op. De kantonrechter beschikt niet over voldoende gegevens om, zoals TUI wenst, die kosten thans reeds te begroten. Het verzoek de nakosten vast te stellen op de door TUI opgevoerde bedragen kan daarom niet worden gehonoreerd.
Beslissing
De kantonrechter:
I. wijst de vordering af;
II. veroordeelt [eisers] in de kosten van de procedure, de nakosten daaronder mede begrepen, tot op heden aan de zijde van TUI begroot op € 300,- aan salaris voor de gemachtigde en verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door kantonrechter mr. G.P. van Ham en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 12 mei 2011.