ECLI:NL:RBSGR:2011:BR7102
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen verzuimboete vennootschapsbelasting en hoorplicht
In deze zaak gaat het om een beroep tegen een verzuimboete van € 2.460 die is opgelegd aan eiseres, [X] B.V., in verband met het niet tijdig indienen van de aangifte vennootschapsbelasting voor het jaar 2009. De rechtbank 's-Gravenhage heeft op 25 augustus 2011 uitspraak gedaan in deze zaak. Eiseres had de aangifte niet binnen de gestelde termijn ingediend en ontving daarop een aanslag vennootschapsbelasting, vergezeld van de verzuimboete. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen de boetebeschikking, maar verweerder heeft haar niet gehoord voordat hij uitspraak deed, omdat hij het bezwaar kennelijk ongegrond achtte.
De rechtbank oordeelt dat verweerder in dit geval de hoorplicht heeft geschonden. Het opleggen van een boete wordt namelijk aangemerkt als het instellen van strafvervolging, wat betekent dat de rechten van de verdediging, zoals het recht op een zorgvuldige behandeling van bezwaren, in acht moeten worden genomen. De rechtbank stelt vast dat eiseres niet in de gelegenheid is gesteld om haar standpunt toe te lichten in een hoorgesprek, wat in strijd is met de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank verklaart het beroep gegrond en vernietigt de uitspraak op bezwaar. Verweerder wordt opgedragen om opnieuw op het bezwaar te beslissen, dit keer na eiseres op de juiste wijze te hebben gehoord. De rechtbank benadrukt dat het horen in de bezwaarfase essentieel is voor het oplossen van meningsverschillen over de feiten en dat het achterwege laten van dit horen eiseres heeft benadeeld. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te 's-Gravenhage.